De productie van petroleum zou moeten beletten dat het Zuid-Amerikaanse land Venezuela volledig in de afgrond wegzakt, maar ook daar is de activiteit inmiddels tot een dieptepunt teruggevallen. Het olieconcern Petroleos, in handen van de overheid, blijkt immers nog slechts op een fractie van zijn capaciteit te kunnen functioneren.

Terwijl het bedrijf in het verleden al herhaaldelijk in de problemen is gekomen omdat een gebrek aan financiële middelen een degelijk onderhoud en herstellingen nagenoeg onmogelijk hadden gemaakt, moet nu vaak met een tekort aan werknemers worden afgerekend. Vele arbeidskrachten blijken ondervoed en hebben niet meer de kracht om te werken.

Corruptie

“Voor vele werknemers is de zoektocht naar voedsel voor henzelf en hun gezin belangrijker geworden dan werk,” verklaren woordvoerders van de Venezolaanse vakbonden het tekort aan personeel. “Vele werknemers nemen dan ook ontslag of blijven gewoon weg. Op die manier blijven onvoldoende werknemers over om een voldoende petroleumproductie te garanderen die de economie van het land nog enigszins overeind zou kunnen houden. “

Zestien jaar geleden kende de productie bij Petroleos een piekniveau van 3,3’ miljoen vaten per dag. Dat was begin dit jaar teruggevallen tot 1,77 miljoen vaten.

De problemen bij Petroleos begonnen toen vakkundige managers werden vervangen door trouwe volgelingen van de socialistische regering en inkomsten werden afgeleid naar nevenprojecten en allerlei corrupte activiteiten. Uiteindelijk bleef er onvoldoende geld over om de exploratie en het onderhoud op peil te houden.

Nu blijkt het bedrijf echter ook niet meer voldoende medewerkers te kunnen vinden. Dat moet vooral worden toegeschreven aan een gebrek aan voeding, waardoor vele Venezolanen niet langer in staat zijn te werken. Uit een onderzoek van drie Venezolaanse universiteiten blijkt dat de gemiddelde inwoner van het land het voorbije jaar 12,5 kilogram gewicht heeft verloren.

Meer dan 61 procent van de Venezolaanse bevolking erkende bovendien de voorbije die maanden met honger naar bed te zijn gegaan. Volgens de vakbonden moeten elke dag arbeiders worden afgevoerd omdat ze op hun werkplek, vaak in extreem gevaarlijke omgevingen, lichamelijk compleet zijn ingestort.

Droombaan

Petroleos was gedurende vele decennia voor een Venezolaanse werknemer nochtans een droombaan. Er werden financieel en sociaal aantrekkelijke banen aangeboden, maar ook konden de werknemers en hun gezinnen voor hun maaltijden in de restaurants van de onderneming terecht. Dat is vandaag echter allemaal verdwenen.

Vele werknemers zijn vertrokken om een nieuw leven uit te bouwen als taxichauffeur, loodgieter of landbouwer. Sommigen verkiezen om te emigreren.

“Op de muren van de personeelsdienst in één van de vestigingen van Petroleos hangt inmiddels een bericht dat slechts vijf ontslagen per dag kunnen worden verwerkt,” aldus woordvoerders van de vakbonden. “Het management probeert het verloop zoveel mogelijk af te remmen om een braindrain te vermijden. Vertrekkers worden vaak als verraders van het vaderland gebrandmerkt, wat vaak de voorbode van een latere arrestatie is.”

Alleen al in de raffinaderij van Puerto La Cruz zouden de voorbije twaalf maanden vijfhonderd werknemers zijn vertrokken.

Door de instorting van de Venezolaanse economie zijn vele inwoners van het land teruggevallen op een dieet van amper 400 calorieën per dag. Wetenschappers aan de Central University of Venezuela benadrukken dat gezondheidsautoriteit een minimum hoeveelheid van 2.300 calorieën per dag aanbeveelt. Volgens John Hoddinott, voedingsdeskundige aan de Cornell University, wijst er echter op dat er minstens 3.600 calorieën per dag nodig zijn om zwaar werk te kunnen uitvoeren.

Gewaarschuwd wordt dat de betrokken werknemers vaak te verzwakt zullen blijken om bij noodsituaties snel en efficiënt te kunnen ingrijpen, zodat het gevaar op ongevallen nog toeneemt.

Door het toenemend absenteïsme blijft voor de resterende werknemers ook minder tijd om te recupereren.