In Venezuela is de inflatie nu zo hoog dat de prijs niet meer op het prijskaartje past

In Venezuela zijn de prijzen de voorbije twaalf maanden met 6.147 procent gestegen. Dat blijkt uit een rapport die de Nationale Assemblee, die door de oppositie wordt geleid, heeft gepubliceerd. Alleen al tijdens de maand februari werd een inflatie van 80 procent geregistreerd.

De cijfers tonen volgens econoom Angel Alvarado, lid van de oppositie tegen het bewind van de Venezolaanse president Nicolas Maduro, hoe zwaar het socialistische beleid het land in een economische crisis heeft geduwd, waarbij miljoenen Venezolanen niet meer in staat zijn om noodzakelijke voedingsproducten of geneesmiddelen te kopen of zelfs maar te vinden.

Exponentiële prijsstijgingen

“Wanneer de exponentiële prijsstijgingen aan het huidige tempo doorgaan, moet dit jaar op een inflatie van 131.985 procent worden gerekend,” waarschuwde Alvarado in een reactie op het rapport. Critici wijten een groot deel van de problemen aan de strenge valuta-maatregelen die wijlen president Hugo Chavez vijftien jaar geleden heeft doorgevoerd. Tevens wordt gewezen naar een excessieve aanmaak van nieuwe geldbiljetten.

Alleen al het jongste jaar heeft de Venezolaanse bolivar ongeveer 98 procent van zijn waarde tegenover de Amerikaanse dollar verloren. Het Venezolaanse minimumloon is daardoor teruggezakt tot amper enkele Amerikaanse dollar per maand.

Volgens Nicolas Maduro zijn de problemen het gevolg van een economische oorlog die tegen zijn land is opgezet door de oppositie en de grootindustrie, geholpen door de Verenigde Staten, die als de absolute aartsvijand van Venezuela worden afgeschilderd.

De Venezolaanse autoriteiten hebben al meer dan twee jaar geen informatie over de inflatie gepubliceerd. Volgens de Nationale Assemblee is het land, dat nochtans zou moeten kunnen teren op de inkomsten van grote olievoorraden, eind vorig jaar terechtgekomen in een hyperinflatie, die gedefinieerd wordt als een prijsstijging van minstens 50 procent per maand.

Winkelkassa in problemen

Het probleem heeft ook de lokale retailers voor een aantal praktische problemen geplaatst. Een groot aantal producten is nog nauwelijks verkrijgbaar, maar door de gigantische inflatie zijn de prijzen zo hoog opgelopen dat ze buiten het register vallen van de winkelkassa’s, die de lange getallen niet meer aankunnen.

Er moet immers gewerkt worden met prijzen die voor een kilogram ham oplopen tot ongeveer 1.480.000 bolivar per kilogram. Voor een paar schoenen van Adidas moet ongeveer 10.500.000 bolivar worden betaald. “Met dergelijke bedragen is ook een afrekening met betaalkaarten vaak niet langer meer mogelijk,” aldus het persbureau Bloomberg.

Om toch te kunnen factureren moet één aankoop meestal in verschillende transacties worden opgedeeld. “Alleen een aanpassing van de waarde van de nationale munt zou een oplossing kunnen aanreiken,” aldus nog Bloomberg.

“Ook dat zou mogelijk echter slechts een tijdelijke remedie kunnen zijn. Tien jaar geleden werd al een gelijkaardige ingreep doorgevoerd, waarbij de originele bolivar door duizend werd gedeeld, zodat drie nullen konden worden geschrapt. Dat bracht echter niet lang respijt. De regering besliste immers massaal nieuw geld te drukken om zijn investeringen te financieren. Daarmee werd echter alleen maar de inflatie nog verder aangewakkerd.”

Meer