Tadzjikistan: “Burgers moeten zich westers, niet Arabisch kleden”

Het ministerie van Cultuur in Tadzjikistan gaat een commissie oprichten die als taak krijgt kleding te ontwerpen voor mannen en vrouwen, die daarna door de overheid als de standaardkledij voor de burgers van dit centraal-Aziatische land moet gaan dienen. De commissieleden moeten daarbij uiteraard rekening houden met de tradities en de realiteit van het moderne leven.

De Republiek Tadzjikistan is een land in Centraal-Azië dat grenst aan Oezbekistan, Kirgizië, China en Afghanistan. Tot 1991 maakte het deel uit van de Sovjet-Unie. Tadzjikistan is een van de armste landen ter wereld, dat leeft van landbouw en veeteelt, de export van katoen en aluminium, en in meer beperkte mate zilver, goud en uranium.

De-islamisering: westerse, geen Arabische kledij

Minister van Cultuur Shamsuddin Omurbekzoda heeft al duidelijk gemaakt dat de hijab, noch de boerka deel uit zullen maken van de nieuwe standaardkledij en dat ‘om hygiënische redenen’, die te maken hebben met het warme klimaat en om twijfel en angst te voorkomen bij burgers, die bang zijn dat onder zulke kledij gevaarlijke voorwerpen verborgen worden.

Waarnemers zien in de maatregel de hand van president Emomali Rahmon. Die wil islamitische praktijken in zijn overwegend moslimland ontmoedigen uit angst voor extremisme.  Hij wil dat het volk zich westers en niet Arabisch kleedt.

Hoewel 90% van de inwoners de islam aanhangt, is de islam er een levenswijze, eerder dan een geloof. Onder het Sovjetregime werd elke vorm van religie streng aan banden gelegd. Maar ook de laatste jaren verdwijnt de islam steeds meer uit het straatbeeld: moskeeën worden gesloopt, meisjes mogen op school geen hoofddoek dragen en jongens onder 18 jaar oud krijgen geen toegang tot de moskee. Mannen wordt aangeraden zich te scheren en westerse kledij te dragen.