Er is slechts één significante voorspeller van moslimsteun aan geweld

Discriminatie, achterstelling, woede tegenover de westerse buitenlandse politiek, onderdrukking van moslims of traumatische ervaringen. Het zijn zaken die vaak worden aangehaald om moslimextremisme en de steun aan islamistisch geweld te verklaren. Uit een lopend onderzoek van Michele Groppi van het Kings College in Londen blijkt dat geen van voormelde zaken ook maar enige rol speelt.

Discriminatie, achterstelling, woede tegenover de westerse buitenlandse politiek, onderdrukking van moslims of traumatische ervaringen. Het zijn zaken die vaak worden aangehaald om moslimextremisme en de steun aan islamistisch geweld te verklaren. Uit een lopend onderzoek van Michele Groppi van het Kings College in Londen blijkt dat geen van voormelde zaken ook maar enige rol speelt.

De Bron: “[Groppi] onderzocht bij 440 Italiaanse moslims welke overtuigingen zinvolle voorspellers zijn van steun aan geweld. Wat blijkt?

Statistisch significant is enkel hun woede tegen al wie de islam aanvalt, bekritiseert of beledigt – waarbij legitieme kritiek voor de islamisten bijna steeds als een belediging wordt beschouwd – en de voorkeur voor een theocratisch, islamitisch bestuur van de staat.

De idee dat de sharia alle openbare leven moet regelen (het islamisme dus) bleek een predictor van bijval voor geweld. […] Marginaal significant bleken een (ambivalente of vijandige) houding tegenover de Italiaanse cultuur en samenleving en sociale problemen.

Groppi vond voorts dat andere populaire factoren (die alle exogeen – krachten van buitenaf – zijn aan de islam) statistisch volstrekt niet significant zijn. Discriminatie bleek geen voorspeller voor bijval voor geweld, noch achterstelling, noch woede over Westerse buitenlandse politiek of onderdrukking van moslims of traumatische ervaringen.

[…] Die endogene factoren (waaronder de wens de sharia overal te zien heersen en woede tegen al wie de islam bekritiseert of beledigt) zijn dominant. Dat is ook de enige visie die toelaat het massale geweld tegen religieuze minderheden in islamitische landen, gematigde moslims en ex-moslims te verklaren. Geen van groepen deze heeft immers enige schuld aan discriminatie of achterstelling van moslims, noch aan de politiek van de VS in het Midden-Oosten, noch aan eender wat men ‘anderen’ kan verwijten.Noteer ook dat het geweld tegen deze groepen al eeuwen bestaat – zij het met grote wisselingen. Het bestaat al van voor de Saoedi’s één petrodollar verwierven, en van voor het Westen de wereld domineerde. Voor zeker kent dat hedendaagse geweld ook niet-religieuze wortels. Maar die wegen duidelijk minder zwaar.

De wet toepassen

Al bij al vond Groppi sterke aanwijzingen van significante factoren die endogeen zijn aan de islam. Wanneer nemen onze overheden die serieus? Wanneer luisteren ze eens echt naar al die democratisch gezinde moslims en ex-moslims die waarschuwen voor het islamisme? En naar moslima’s die het hebben gehad met bepaalde kwalijke praktijken? Wanneer maken ze duidelijk dat de wet (met het verbod op elke aanzet tot geweld) ook geldt voor moslims die hun religieuze normen voorrang willen geven en geen kritiek aanvaarden?[…] Er zijn steeds meer sterke aanwijzingen dat de idee dat de maatschappij naar islamitische normen georganiseerd moet worden dikwijls uitdraait op aanzetten tot geweld. Eddy Daniels beschreef in ‘De kwestie M. Een gekaapte godsdienst’ uitgebreid welke directe instructies tot geweld tegen niet-moslims Mohammed aan de moslims voorschreef. En natuurlijk zijn het niet de heilige boeken die doden, maar wel bepaalde mensen die ze lezen, of die doen wat ze denken dat daarin voorgeschreven staat.Maar aanzetten tot geweld is hier expliciet verboden. Moeten we dan het islamisme en meer specifiek dat bedoelde stuk van de sharia hier niet verbieden – want aanzettend tot geweld en sectarisme – en vooral goed en systematisch uitleggen waarom we dat doen?”Een meer uitgebreid versie van deze opinie van Rudi Dierick staat hier.