Deze 3 grafieken bevestigen het herstel van de wereldeconomie

De Amerikaanse zakenkrant  Wall Street Journal publiceert donderdag een reeks interessante grafieken die moeten aantonen dat de wereldeconomie stilaan maar zeker herstelt van de uppercut die ze na de start van de financiële crisis moest incasseren.

1. Globale economieën groeien simultaan

Een eerste grafiek werd opgesteld op basis van cijfers van de OESO (Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling). Daarin is te zien dat de economie in alle 45 landen die de OESO volgt – Griekenland inbegrepen -voor het eerst in 10 jaar allemaal groeier. Sterker nog: 33 van de 45 (donkergroen) zullen dit jaar beter doen dan vorig jaar.

Verder wordt opgemerkt dat de simultane economische groei van de OESO-economieën nog maar twee keer is voorgekomen in de voorbije 50 jaar: in de jaren die de oliecrisis van 1973 voorafgingen en op het einde van de jaren 1980 van vorige eeuw.


2. Aankopersindexen grote economieën noteren alle hoger dan een jaar geleden

De PMI (Purchasing Managers Index) van onderzoeksbureau Markit geeft de aankoopintenties binnen de diensten- en productiesector weer in verschillende regio’s. Elk cijfer boven de 50 geeft economische groei aan, cijfers onder de 50 wijzen op een recessie. Opmerkelijk daarbij is de prestatie van Frankrijk, lange tijd als ‘de onhervormbare en zieke man van Europa‘ beschouwd. Binnen de eurozone doen niet enkel Duitsland en Nederland het goed, naast Frankrijk zijn ook Portugal en Spanje aan een stevig herstel bezig. Zelfs in Italië is de export met 8% toegenomen vergeleken met een jaar geleden. Ook in Brazilië, dat na de instorting van de grondstoffenprijzen en de politieke chaos, zijn zwaarste recessie in de geschiedenis kende, zal de economie dit jaar met 0,3% groeien.


3. De beurzen van opkomende economieën doen het veel beter dan de Dow Jones

Hoewel weinigen dit weten is de stand van een beurs een belangrijke economische indicator. Algemeen wordt verondersteld dat de beurs de economie volgt, terwijl het net omgekeerd is: de economie volgt de beurs. Wanneer de economie het goed doet kopen vele mensen aandelen, maar het kan maanden duren vooraleer het geld dat dankzij die aankopen wordt gegenereerd, zich binnen de bedrijven waarvan men aandelen heeft gekocht, materialiseert in nieuwe projecten (expansie, aanwerven nieuw personeel, uitbreiding van de infrastructuur, etc.) . Deze theorie (the stock market leads GDP) wordt door Bob Prechter uitgelegd in het boek ‘The socionomic Theory of Finance‘. Op onderstaande grafiek is te zien hoe aandelenmarkten in Turkije, Hong Kong, Argentinië, Griekenland en Polen alle meer dan 20% hoger noteren dan bij het begin van dit jaar en dubbel zo goed presteren als de Dow Jones Industrial Average. Volgens Adolfo Laurenti, een econoom bij de Zwitserse bank J. Safra Sarasin, ‘werd de wereld de voorbije maanden dermate verblind door de verkiezingsuitslag in de VS en kreeg wat in de opkomende economieën gebeurde amper aandacht.’