Internationale coalitie bevrijdt IS-bolwerk Tal Afar

De stad Tal Afar, een van de laatste Iraakse steden die in handen was van terreurorganisatie Islamitische Staat, is zo goed als bevrijd. Volgens de Iraakse minister van Buitenlandse Zaken al-Jaafari werden zijn militairen bij de herovering van de stad bijgestaan door de internationale coalitie onder leiding van de VS, maar ook Koerdische en sjiietische strijders.

Ongeveer 95 procent van Tal Afar zou nu uit de klauwen van de Islamitische Staat bevrijd zijn, meldt het Nederlandse persbureau ANP. De noordelijke stad was het laatste grote IS-bolwerk in Irak. Voor de jihadisten was Tal Afar een erg strategisch locatie omdat ze langs de bevoorradingsroute tussen het Syrische en het Iraakse deel van hun ‘kalifaat’ lag. De heroveringsoperatie begon op 20 augustus. Zo’n 50.000 militairen namen het op tegen ongeveer 2.000 IS-strijders. Die hadden de bevolking verboden de stad te verlaten.

Het aantal burgers, dat nog in de stad verblijft, wordt geschat op 10.000 à 20.000. De meesten onder hen zijn Turkmenen, een etnische minderheid in de regio. Volgens de VN-vluchtelingenorganisatie leven veel stadsbewoners er al vier maanden op brood en vervuild water.
Er werd gevreesd dat IS, net zoals de slag om Mosoel, weer tunnels zou graven en burgers als menselijk schild zou gebruiken. De snelle overwinning van het Iraakse leger zou vooral te danken zijn aan het feit dat IS in noordwest-Irak geen centraal commando meer heeft. Mosoel werd in juli uiteindelijk bevrijd door het Iraakse leger na een strijd van negen maanden.
[media-credit name=”Mohammed SAWAF / AFP” align=”aligncenter” width=”1024″][/media-credit]

De strijd om Raqqa

Ondertussen woedt ook de strijd om de Syrische stad Raqqa, waar al sinds juni gevochten tussen IS en Koerdische strijders, die gesteund worden door de coalitie. De Koerden zijn aan de winnende hand, maar de herovering gaat langzaam. Momenteel is bijna de helft van de stad heroverd. De belangrijkste IS-leiders zouden Raqqa zijn ontvlucht om zich schuil te houden in Deir al-Zor, een stad in het oosten van Syrië. Dat is een cruciaal gebied voor de Syrische militairen, omdat die niet willen dat het in handen van de oppositie, Koerden of rebellen terechtkomt. De Syriërs proberen al maandenlang de stad te heroveren.

Wat na het ‘kalifaat’?

Vraag blijft wat er na de val van de gehele, zogenaamde ‘Islamitische Staat” zal gebeuren. De kans is groot dat regeringstroepen en Koerdische en Arabische rebellenmilities elkaar gaan bekampen om hun impact op de regio uit te breiden. Ook leeft er bij de Iraakse soennieten nog steeds een ongenoegen, waarvan IS geprofiteerd heeft om mensen te manipuleren. De kans op etnische spanningen in de toekomst is groot. 25 miljoen soennitische moslims leven tussen Bagdad en Damascus. Die mensen zijn door hun respectieve regeringen opzij geschoven. Tenzij ze er van overtuigd worden dat hun land hen zal beschermen, eerder dan te vervolgen, zal een Islamitische staat 2.0 snel nieuwe rekruten en steun vinden.