6 grafieken die aantonen dat de kloof tussen de noordelijke en zuidelijke eurolanden enkel toeneemt

De voorbije 10 jaar zijn de noordelijke landen van de eurozone (Duitsland, Frankrijk, Nederland, België, Oostenrijk en Finland) en de zuidelijke landen van de eurozone (Spanje, Italië, Portugal en Griekenland) op economisch vlak enkel verder uit elkaar gegroeid. 

Die heterogeniteit kan de eurozone zuur opbreken indien ze niet wordt aangepakt en kan zorgen voor een toenemend anti-Europees politiek sentiment.

De Franse zakenbank Natixis publiceert een aantal grafieken in een rapport voor haar klanten, waaruit de groeiende kloof tussen noord en zuid duidelijk wordt. In alle grafieken vormen de noordelijke eurolanden de paarse lijn, de zuidelijke de grijze lijn.

1. Productiviteitsgroei pro capita

2. Bruto Binnenlands Product pro capita

3. Inzet van industriële robots (als % van het productiepersoneel)

4. Investeringen in Onderzoek en Ontwikkeling (R&D)

5. Non-performing loans (% van alle leningen die niet op vervaldatum + 90 dagen worden terugbetaald)

6. Kwaliteit van de arbeidsbestand (Tabel 1) en van het onderwijs (Tabel 2)

Oplossingen

Volgens Natixis zit er voor de noordelijke landen van de eurozone weinig anders op dan om de zuidelijke landen ter hulp te schieten.

Dat kan op verschillende manieren:

1. Permanente transfers van het noorden naar het zuiden dankzij de oprichting van een eurozone-budget.

2. Openbare investeringen in de armere eurolanden te financieren via Europese fondsen (het zogenaamde Plan Juncker).

3. Een Europese depositoverzekering die het vertrouwen in de banken herstelt ondanks hun verschillende situaties. (zie grafiek 5 boven: non-performing loans of noodlijdende kredieten)

Welk belang hebben de landen van de noordelijke eurozone daarbij?

Eén belangrijk argument: de sterke stijging van de regionale handel. Volgens de economen van Natixis heeft een nieuw globaal productiemodel ervoor gezorgd dat het productieproces steeds vaker wordt verhuisd naar de omgeving waar de uiteindelijke kopers van de producten zich bevinden. Dat is een van de redenen waarom de wereldhandel sinds de crisis van 2008 – 2009 is afgenomen. De regionale handel heeft dus de neiging toe te nemen wanneer de wereldhandel stokt.

Indien de ondernemingen van de noordelijke eurozone, die grote aantallen producten naar de zuidelijke eurozone exporteren, daar een sterke industriële activiteit willen behouden, zal de eurozone in haar geheel dynamisch moeten zijn, anders zullen die activiteiten naar andere regio’s verhuizen.

Meer