6 zaken die je moet weten over multitasking

Dat mensen twee zaken tegelijkertijd kunnen doen – het zogenaamde multitasken- is een hardnekkige mythe, want uit een studie van de Stanford University blijkt dat multitaskers de kampioenen in irrelevantie mogen worden genoemd, omdat ze door zowat alles in de war worden gebracht.

Multitaskers presteren middelmatig in ongeveer alle taken die ze uitvoeren. Ze concentreren zich niet in dezelfde mate als niet-multitaskers; ze zijn makkelijk verstrooid en hebben het moeilijker om van een taak naar een andere te switchen. Wie dat toch doet, verlengt de tijd die hij nodig zal hebben om de eerste taak alsnog te beëindigen met 25 procent.

Dit zijn nog 6 zaken die je moet weten over multitasken.

1. Meer nadelen dan voordelen

Volgens hoofdonderzoeker Clifford Nass presteren multitaskers slecht in alles.

Isopix

De studie keek naar 100 studenten. Een aantal waren hevige multitaskers; anderen helemaal niet. De onderzoekers keken naar zaken als focus, het geheugen, verstrooidheid en afleiding. ‘We zochten vooral naar de voordelen die multitasking biedt, maar we vonden enkel nadelen. We dachten dat multitaskers controle hadden over informatie, maar de studie wijst net het tegenovergestelde uit; multitaskers halen alles door elkaar.’

2. Multitaskers zijn minder productief

‘Er is niet enkel de mythe dat multitasken je productiever maakt, er is ook de verkeerde perceptie dat men positieve gevoelens krijgt van multitasken.

Isopix

Met andere woorden zijn mensen niet productiever, maar voelen ze zich emotioneel wel beter.

De onderzoekers bestudeerden studenten die televisie keken terwijl ze een boek aan het lezen waren. Wat bleek? Ze voelden zich emotioneel beter dan studenten die geen tv hadden gekeken, zelfs wanneer ze toegaven hun cognitieve doelstellingen niet te hebben bereikt.

3. Vrouwen beter dan mannen

Mannen zijn daadwerkelijk slechter in multitasken dan vrouwen, hoewel dat wel afhankelijk is van de opgelegde taak.

Isopix

Dat blijkt uit een onderzoek van wetenschappers van de Universiteit van Hertfordshire in Groot-Brittannië. Daarbij bleek dat vrouwen bij het gelijktijdig uitvoeren van een aantal eenvoudige opdrachten – zoals het zoeken naar een sleutel, het vinden van restaurants op een stadskaart of het oplossen van rekenkundige problemen – beduidend beter scoorden dan mannen.

4. Minder kans op burn-out

Multitasking verbetert of kraakt de jobtevredenheid. Dat is de conclusie van een onderzoek van de School of Science aan de Indiana University. Daarbij wordt opgemerkt dat werknemers die graag multitasken minder geneigd zijn om geconfronteerd te worden met een burn-out.

Isopix

De onderzoekers wijzen erop dat neurowetenschappers ervan uitgaan dat het menselijk brein niet in staat is om twee dingen tegelijkertijd te doen. ‘Bij multitasking wordt echter snel de aandacht van de ene opdracht naar de andere taak verschoven,’ merkt Poposki op. ‘Dat kan vergeleken worden met de manier waarop een computer van de ene pagina naar de andere overschakelt.’ Medewerkers die niet geschikt zijn voor multitasking, dreigen daardoor volgens haar hun jobtevredenheid te verliezen en sneller hun werk op te zeggen.

De onderzoekers stellen een meetinstrument ontwikkeld te hebben om te bepalen welke medewerkers een voorkeur hebben voor multitasking. Dat moet werkgevers volgens hen toelaten om gemakkelijker te bepalen welke medewerkers door multitasking zullen open bloeien.

5. Niet achter het stuur

Slechts een heel beperkt gedeelte van de bevolking kan veilig een auto besturen terwijl ze een mobiel telefoongesprek voeren. Dat blijkt uit een onderzoek van de University of Utah.

Isopix

Het onderzoek toonde aan dat amper 2,5 procent van de proefpersonen erin slaagde om een telefoongesprek te voeren en tegelijkertijd in een simulator een auto te besturen zonder daarbij merkbaar afgeleid te raken. Rekening houdend met het relatief grote aantal chauffeurs dat achter het stuur telefoneert, was het volgens onderzoeksleider James Watson voor de verkeersveiligheid beter geweest dat er meer ‘supertaskers’ zouden kunnen worden onderkend.

6. Voetballers zijn goede multitaskers

Watson voegt er aan toe dat een groot gedeelte van de bevolking ervan uitgaat tot de ‘supertaskers’ te behoren, maar die visie in het belang van ieders veiligheid best zou herzien.

Isopix

De onderzoekers volgden jarenlang 57 voetballers in 29 verschillende competities van het Zweedse voetbal. Wat bleek? De betere spelers hadden cognitieve eigenschappen die ver boven het gemiddelde lagen. Ze toonden zich getalenteerde probleemoplossers die verschillende problemen tegelijkertijd aankonden. Er was ook een duidelijk verschil tussen de spelers van eerste en tweede klasse.

Origineel gepubliceerd op 29/04/21. Bewerkt en geschreven door Dominique Dewitte en Jeremy Senne Croonen op 29/04/2021.

(jvdh)

Meer