Auto-industrie zet wereld op weg naar een recessie

De wereld lijkt geneigd om minder auto’s te kopen. Dat probleem heeft echter de potentie om de wereldeconomie naar een recessie te duwen. Dat staat in een rapport van Janet Henry en James Pomeroy, economen bij de bank HSBC Holdings. De onderzoekers wijzen echter meteen op een aanwijzingen dat die dalperiode wellicht van korte duur zal zijn en een heropleving zich snel zal kunnen manifesteren.

“In de Verenigde Staten doet de economie het goed,” zeggen Henry en Pomeroy. “De Amerikaanse shoppers houden hun bestedingen in de retail op peil. Datzelfde blijkt echter niet te gelden in de autosector. Hier manifesteert zich een dalende vraag.”

Sluitingen

“In die achteruitgang ziet men de invloed van een grotere aandacht voor het leefmilieu,” voeren de economen aan. Tegelijkertijd voelt de sector de impact van de toegenomen verstedelijking. Bovendien zijn er de investeringen in alternatieven, zoals deelauto’s of het openbaar vervoer. De autosector blijkt echter niet alleen in de Verenigde Staten voor een donkere periode te staan. Ook in Europa toont de autobouw een inkrimping.”

“Honda heeft aangekondigd zijn fabriek in de Engelse stad Swindon te sluiten,” verduidelijken Henry en Pomeroy. “Daardoor gaan 3.500 banen verloren. Honda is bovendien tevens van plan om ook in Turkije een fabriek te sluiten. Verder heeft Nissan te kennen gegeven terug te komen op de geplande bouw van zijn model X-Trail in zijn fabriek in de Engelse stad Sunderland.”

“General Motors deelde in november mee wereldwijd zeven fabrieken te zullen sluiten. Daardoor zullen 14.000 banen verloren gaan of worden verplaatst. Ford schroeft zijn activiteiten in Europa eveneens terug. Daardoor verdwijnen duizenden banen. Jaguar Land Rover kondigde in januari aan in Groot-Brittannië 5.000 banen te schrappen.”

“Een aantal delen van de wereld bevinden zich al in een industriële recessie,” benadrukken de economen. “Men moet zich vooral zorgen maken over de inkrimping van de wereldhandel en de impact op de exportactiviteiten.”

“De handelsoorlogen – tussen de Verenigde Staten en China en tussen Groot-Brittannië en de Europese Unie – hebben de fabrikanten het hardst getroffen. Bedrijven en consumenten proberen immers hun blootstelling aan onzekere internationale markten te verminderen. Hierdoor hebben ze hun totale economische productie verminderd, waardoor ze ook de tewerkstelling hebben geschaad.”

Licht

“De schade is ongelijk verdeeld,” beweren Henry en Pomeroy. “De Verenigde Staten en China doen het, dankzij de fiscale prikkels van hun regeringen, nog steeds relatief goed. Maar de industriële productie in Europa en Japan lijdt. De vooruitzichten voor de eurozone en Latijns-Amerika zijn sinds midden vorig jaar ingestort.”

De groeiprognoses voor de grote economieën zijn de voorbije zes maanden agressief verlaagd. De schattingen voor de Verenigde Staten en China bleven grotendeels ongewijzigd tegenover de prognoses van juni vorig jaar. Met een uiteindelijke groei van 1,5 procent scoorde Duitsland echter 0,9 procentpunt minder dan de prognoses van de voorbije lente. Ook Japan bleef 0,7 procentpunt onder de verwachtingen. In Latijns-Amerika bedroeg die kloof 1,2 procentpunt.

“Een groot deel van de zwakte in de wereldeconomie is geconcentreerd in de verwerkende industrie,” zeggen de economen. “De inkoopmanagersindex van de wereldwijde productie is sinds het begin van vorig jaar met 3,6 punten gedaald, terwijl de achteruitgang in de services tot 1,6 procent beperkt bleef.”

Er kan volgens Henry en Pomeroy echter al een eind van de tunnel worden opgemerkt. “Industriële recessies zijn meestal kort en duren in het algemeen slechts enkele kwartalen,” menen de economen. “De meeste grote economieën zijn bovendien meer op diensten dan op productie gebaseerd.”

“In Duitsland verwachten analisten dat de industriële sector zich snel zal herstellen. Er zijn ook elders in Europa en in Japan voorzichtige tekenen dat de ergste industriële recessie achter de rug is.”

Meer