Op politiek gebied bestaat er nog altijd een bijzonder grote genderkloof. Dat schrijft de Britse krant The Telegraph naar aanleiding van de honderdste verjaardag van de invoering van het vrouwelijke kiesrecht in Groot-Brittannië.

Maar ook na die honderd jaar blijkt er politiek door vrouwen nog een grote afstand te moeten worden afgelegd. In het Britse parlement zetelen op dit ogenblik 208 vrouwen. Daarmee blijft de vrouwelijke participatie in de Britse nationale politiek nog altijd onder de grens van 30 procent.

Ook internationaal kunnen bovendien meestal weinig positieve verhalen worden gemeld. Onder meer wordt opgemerkt dat nog altijd zesenzeventig landen – waaronder België – de voorbije vijftig jaar geen enkele vrouwelijke premier hebben gehad.

Bijzondere regelgeving

“Uit cijfers van het World Economic Forum over het voorbije jaar blijkt dat wereldwijd alleen in Rwanda en Bolivia het parlement voor een meerderheid uit vrouwen bestond,” aldus The Telegraph. “In beide landen wordt een bijzondere regelgeving gehanteerd om een sterkere vrouwelijke aanwezigheid in het nationale parlement te garanderen.”

Wel zijn er wereldwijd slechts twee landen – Qatar en Jemen – waar het parlement uitsluitend uit mannen is samengesteld. Wel zijn er nog eens zestien landen – waaronder Japan en Thailand – waar vrouwen minder dan 10 procent van de zetels in het nationale parlement hebben.

“Opvallend is echter vooral dat relatief weinig landen een vrouwelijk leider hebben,” zegt The Telegraph nog. “De ranglijst wordt aangevoerd door Bangladesh, Ierland, India en IJsland. Al die landen werden de voorbije halve eeuw gedurende minstens twintig jaar door een vrouw geleid.”

Ministers

Bangladesh heeft gedurende 23,6 jaar een vrouwelijk leider gehad en staat daarmee op de eerste plaats. Op dit ogenblik wordt het land geleid door premier Hasina Wazed, die negen jaar geleden werd aangesteld. Anderzijds moest worden vastgesteld dat zesenzeventig landen – waaronder Zweden, België en de Verenigde Staten – de voorbije vijf decennia nooit een vrouwelijk leider hebben gehad.

Bij de ministerposten is de kloof volgens de Britse krant nog veel groter. Terwijl vrouwen wereldwijd gemiddeld 23,2 procent van de parlementaire mandaten hebben, loopt dat bij de ministeriële functies terug tot 20 procent.

Zes landen – Pakistan, Saudi-Arabië, Azerbeidzjan, Hongarije, Belize en Brunei – hebben geen enkele vrouwelijke minister. Daarnaast hebben 138 naties meer mannelijke dan vrouwelijke ministers. In slechts vijf landen – Nicaragua, Frankrijk, Bulgarije, Zweden en Canada – kent het kabinet een meerderheid aan vrouwen.