Britse politie ontwaart brexitgerelateerde misdaden met A.I.

In Groot-Brittannië controleert de politie dagelijks honderdduizenden Twitter-berichten met betrekking tot Brexit. Het initiatief maakt deel uit van een proefproject om pieken in haatmisdrijven te voorspellen in de aanloop tot eind oktober, wanneer het land wellicht de Europese Unie zal verlaten. Het Britse ministerie van binnenlandse zaken heeft twee jaar geleden bij de National Police Chief’s Council een divisie online haatmisdrijven geïnstalleerd. Dat platform moet de opkomende dreiging van online haatmisdrijven aanpakken.

Voor het initiatief creëerden onderzoekers aan de Cardiff University het Online Hate Speech Dashboard, waardoor overheidsorganisaties haatdragende taal kunnen volgen.

Hotspots

Het platform verzamelt Twitter-berichten uit heel Groot-Brittannië. Algoritmes op basis van artificiële intelligente moeten daarbij aanwijzingen vinden voor content die mogelijk islamofoob of antisemitisch zou kunnen zijn. Eveneens kan men op zoek gaan naar verbale aanvallen tegen mensen uit bepaalde landen, personen met een handicap of leden van de holebi-gemeenschap.

Dagelijks zou het platform tussen vijfhonderdduizend en achthonderdduizend tweets rond de brexit registreren. Tussen 0,2 procent en 0,5 procent van die berichten zou een haatverspreidend karakter hebben. Ongeveer 0,2 procent is gesitueerd in stadslocaties in Groot-Brittannië.

Op basis van deze gegevens kan het platform vervolgens onder meer een kaart van haat-hotspots samenstellen. Bij pieken kan de betrokken informatie aan de lokale politie worden doorgegeven. Voordien moest een dergelijke monitoring steeds handmatig worden uitgevoerd.

Het team kon inmiddels vaststellen dat het mogelijk is een link te leggen tussen een toename van haatboodschappen op Twitter en een stijging van misdrijven tegen minderheden in de straten van Londen. “Het patroon van deze feiten vertoont veel gelijkenissen met huiselijk geweld, dat vaak van verbaal naar fysiek misbruik escaleert,” verduidelijkt onderzoeksleider Matthew Williams, professor criminologie aan de Cardiff University.

Naarmate het volume haatboodschappen rond ras, etniciteit of religie toenam, bleek ook het aantal misdrijven – waaronder geweld, pesterijen en crimineel vandalisme – te stijgen. Een vergelijkbaar onderzoek vorig jaar in Duitsland toonde eveneens een verband tussen haatboodschappen op Facebook tegen vluchtelingen en gewelddadige misdrijven tegen migranten.

Politie en andere overheidsinstanties kunnen deze informatie gebruiken om op sociale media een counterstragegie uit te bouwen. Dat kan gebeuren met bewustmakingscampagnes en het benadrukken van de nultolerantie tegenover haatmisdrijven. Mensen kunnen eveneens worden aangemoedigd incidenten te melden aan True Vision, het nationale meldpunt voor criminaliteit.

Pieken

Vorig jaar lanceerde de Britse regering een landelijke bewustmakingscampagne over haatmisdrijven. Daarbij maakte de overheid onder meer gebruik van reclame op sociale media. De hoop is dat het platform zal leiden tot een vermindering van de online haatzaaierij. Bovendien kan het dashboard netwerken tonen van tweeters die met elkaar haatboodschappen uitwisselen.

In Groot-Brittannië wordt minder dan de helft van alle haatmisdrijven aan de politie gemeld. Volgens de Crime Survey bereikten racistische en religieus gemotiveerde misdrijven in Groot-Brittannië een piek na het brexit-referendum drie jaar geleden. In juli van dat jaar werden 5.605 misdrijven gemeld. Dat betekende een stijging met 44 procent tegenover dezelfde periode het jaar voordien.

“Bij evenementen zoals het brexit-referendum voelen individuen met racistische opvattingen zich vaak in het bijzonder aangemoedigd om aanvallen te lanceren,” zegt Imran Awan, professor criminologie aan de University of Birmingham. “De politie reageert echter vaak traag. Dat komt onder meer door een aanhoudende scepsis over het verband tussen online en offline misbruik.”

Een aantal waarnemers waarschuwt echter wel dat deze detectie-instrumenten mogelijk niet in staat zullen zijn om individuele gewelddaden te voorkomen. Wel noemen ze deze technologieën een middel om om algemene stijgingen van haatzaaiende taal in een regio te identificeren. “Tevens bieden ze kansen om te voorkomen dat een escalatie tot geweld zou kunnen volgen,” zeggen ze.

 

Meer