China leent nu meer geld dan het zelf uitleent. De gevolgen zijn enorm

China heeft in het verleden steeds meer verkocht dan gekocht. Het land kende daardoor op de balans van zijn buitenlandse handel en investeringen ook altijd een overschot. Die situatie zou echter nu kunnen worden omgekeerd. Dat zegt het magazine The Economist. Dit jaar zal volgens het magazine mogelijk een negatieve balans moeten voorleggen. Dat is het eerste deficit in zesentwintig jaar. Volgens The Economist zal China hierdoor van een crediteur naar een debiteur evolueren.

Het magazine waarschuwt dat die verschuiving niet zonder gevolgen zal blijven. China zal immers gedwongen worden om meer buitenlands kapitaal aan te trekken en zijn financieel systeem te liberaliseren.

Shoppen en reizen

“Gedurende decennia op rij kon China overschotten melden,” aldus The Economist. “Het land heeft jarenlang meer gespaard dan geïnvesteerd. De Chinese gezinnen spaarden hun geld. Door de opkomst van grote productieclusters in de kustregio’s verdienden de exporteurs meer inkomsten dan zelfs China kon herinvesteren. Maar die situatie is aan het kantelen.”

“Chinese consumenten kopen massaal auto’s, smartphones en merkkleding. Chinese toeristen spenderen in het buitenland gigantische bedragen. Naarmate de Chinese maatschappij vergrijst, zal ook het nationale spaarniveau inkrimpen. Steeds meer gepensioneerden zullen immers hun spaargelden opnemen.”

“Of China al dit jaar met een deficit zal moeten afrekenen, zal vooral van de grondstoffenprijzen afhangen,” zegt het magazine. “Maar de trend in sparen en beleggen is duidelijk. Het land zal zich snel moeten aanpassen aan een nieuwe realiteit waarin tekorten de norm zijn.”

“Dat betekent op zijn beurt dat China netto kapitaalstromen zal moeten aantrekken. Tot op zekere zijn daarvoor al maatregelen genomen. Buitenlandse investeerders krijgen gemakkelijker toegang tot de Chinese aandelen en obligaties. Over de hele wereld ziet men dan ook een toenemende interesse van beleggers om Chinese activa in hun portefeuilles op te nemen.”

“Maar de hervormingen blijven beperkt,” meent The Economist. “Chinese burgers kunnen slechts in beperkte mate geld opnemen. Het is ook niet duidelijk of buitenlandse investeerders opnieuw gemakkelijk massaal hun belangen opnieuw uit het land zouden kunnen terugtrekken. Dat zou een onzekerheid kunnen creëren die buitenlandse partijen zou kunnen ontmoedigen grote kapitalen in China te investeren. Het land is doodsbang voor financiële instabiliteit. China dreigt echter met zijn financiële systeem, dat de lokale bevolking en buitenlanders anders behandelt, uiteindelijk in een lekke, corrupte en onstabiele situatie terecht te komen.”

Yuan

“Uiteindelijk zal het kapitaal in beide richtingen vrij over de Chinese grenzen moeten stromen,” waarschuwt het magazine. “Dat walt toe te juichen. Mensen buiten en binnen China zullen er baat bij hebben op meer locaties te kunnen investeren.”

“De behoefte aan vrijere kapitaalstromen zal het welkome neveneffect hebben dat China zich uiteindelijk gedwongen zal voelen om zijn financiële stelsel, dat nu door de staat wordt gedomineerd, te hervormen. Dat zal nodig zijn om het vertrouwen van internationale investeerders te wekken. Dit betekent op zijn beurt dat marktkrachten bij de toekenning van kapitaal in China een grotere rol zullen kunnen spelen.”

“Men zou echter verwachten dat de Verenigde Staten bij de handelsbesprekingen met China deze evoluties zouden toejuichen,” zegt The Economist nog. “Men zou kunnen denken dat de Amerikaanse onderhandelaars China zouden aansporen zijn financiële stelsel te liberaliseren. Helaas lijken zij in het verleden vast te zitten.”

“Men lijkt wel geobsedeerd door het idee dat China de waarde van zijn nationale munt zou kunnen verlagen om zijn export te stimuleren. Daarom eist men een stabiele yuan. Dat is echter geen positieve strategie. Men moet niet vechten tegen de valuta-oorlogen uit het verleden. Wel moet men China aansporen zich op de toekomst voor te bereiden.”

Meer