De 5 vijf verloren jaren van de commissie-Juncker

OPINIE – De Europese Commissie die vijf jaar door Jean-Claude Juncker werd geleid, kan mooie resultaten neerleggen als het gaat om nieuwe handelsakkoorden, in het bijzonder met Canada en Japan. Te midden van de handelsspanningen met de Verenigde Staten bood de Europese Unie (EU) aan de eigen invoertarieven te verlagen om handelsgesprekken met de VS nieuw leven in te blazen. Ook op het vlak van de EU-begroting was er een bescheiden verbetering. In 2017 verklaarde de Europese Rekenkamer voor de eerste keer sinds 1994 goedkeuring te verlenen aan EU-uitgaven, die niettemin zeer problematisch blijven.

Het verlies van het VK als lidstaat

De grote mislukking van de Commissie-Juncker is het verlies van het Verenigd Koninkrijk als lidstaat door het negeren van Brits ongenoegen over de concentratie van steeds meer macht in Brussel. Juncker & co werkten de Britse premier David Cameron tegen bij zijn pogingen om de EU te hervormen tot een meer confederaal model.

Business as usual

Ondanks de groeiende populariteit van veelal eurosceptische anti-establishmentpartijen, ging de Commissie verder met business as usual. Het bleef voorstellen regenen om nationale veto’s af te schaffen, onder meer op het gebied van buitenlandbeleid en belastingheffing.

Ook verbetering van regelgeving door de Nederlandse EU-commissaris Frans Timmermans liep uit op een zeperd. Van 2014 tot 2018 publiceerde de Commissie-Juncker 370 wetgevende voorstellen, fors minder dan de vijfhonderd van haar voorganger ‘Barroso II’, die op vrij hysterische wijze met regelgeving kwam na de financiële crisis in 2008 en daarmee ook al in lijn bleef met de 431 voorstellen die ‘Barroso I’ de eerste vier jaar deed. Daarbij werd naar verluidt ook het trucje gehanteerd om sommige voorstellen te bundelen om zo het totale aantal beperkt te houden. Ook werd veel Europese wetgeving nog altijd uitgevaardigd zonder grondige analyse van de precieze impact.

Het vrij verkeer van werknemers

Verder zette de Commissie-Juncker zich zowaar in voor de beperking van vrij verkeer van werknemers. Dit in het kader van de Europese detacheringsrichtlijn die het detacheren van personeel in een andere lidstaat bemoeilijkt, terwijl ze net het omgekeerde zou moeten nastreven. Sociale zekerheidsbijdragen zullen echter nog steeds in het land van oorsprong moeten worden betaald. Omdat die zo hoog zijn in West-Europa zijn lokale bedrijven soms minder competitief, wat juist de oorspronkelijke zorg was.

Juncker zelf suggereerde om eventueel vooruitgang te maken in het wegwerken van handelsbelemmeringen via ‘coalitions of the willing’. De Commissie negeerde echter een vraag van zestien lidstaten om de dienstenmarkt verder vrij te maken.

Ook in het kader van de eurocrisis ging de Commissie de mist in. Zij zette in 2015 alle zeilen bij voor een derde pakket noodleningen aan het al te zwaar met schulden beladen Griekenland. Zo gaat de euro-carrousel van steeds meer schulden en transfers maar voort.

De benoeming van Martin Selmayr

Bijzonder bedenkelijk was de benoeming van Junckers kabinetschef, Martin Selmayr tot secretaris-generaal van de Europese Commissie. Volgens het Europees Parlement ‘kan’ die benoeming ‘gezien worden als een soort van staatsgreep’. De Europese Ombudsman beschreef het als ‘een schending van Europees recht en de interne eigen regels van de Commissie’.

In 2014 verklaarde Juncker, die zelfs niet was opgekomen bij de EP-verkiezingen, dat zijn Commissie zich ‘zeer politiek’ zou gedragen. Met allerlei wilde standpunten, zoals bijvoorbeeld steun voor een ‘Europees leger’, ging hij tegen de lidstaten in, ook tot ongenoegen van Nederland.

De dubbele standaarden van Vestager

Juncker en Vestager
EPA

Ook het mededingingsbeleid raakt meer gepolitiseerd. Commissaris Margrethe Vestager (foto boven) hanteert hier dubbele standaarden. Zo trad ze in actie tegen de Benelux en Ierland, die met grote ondernemingen ‘tax rulings’ hadden afgesloten. Italië kon echter ongestoord banken financieel redden — ondanks de nieuwe regels op dat vlak. Ook de ‘pro-Europese’ Franse president Macron mocht zowaar een scheepswerf nationaliseren.

Tot slot probeerde de Commissie-Juncker de migratiecrisis te gebruiken om de eigen macht te vergroten. Centraal- en Oost-Europese lidstaten werden in de minderheid gestemd op een uiterst gevoelig thema: verplichte quota voor het opvangen van asielzoekers. Binnen de Schengenzone zijn er geen paspoortcontroles, dus deze maatregel miste zijn doel.

Ze versterkte echter wel het euro­scepticisme in Centraal Europa en Oost-Europa. De Hongaarse premier Orbán organiseerde er een referendum over. Zo verspeelde de EU onnodig krediet om kritiek te kunnen geven op bedenkelijke gerechtelijke hervormingen in Hongarije en Polen.

Opvangcentra voor migranten buiten de EU, terugname-akkoorden met landen van herkomst of het verstrengen van EU-regels wat betreft gezinshereniging: er kwam niets van. Voorstellen voor enorme uitgaven voor EU-grenswacht Frontex kwamen er dan weer wel. Het probleem is echter niet een tekort aan grenswachten. Wel dat de Italiaanse en Griekse regeringen lange tijd asielzoekers niet vroegen om hun asielaanvraag af te wachten voor ze mochten doorreizen. Dat leidde tot heel wat verdrinkingsdoden.

De conclusie? De Commissie-Juncker heeft een goede score op het vlak van internationale vrijhandel. Maar voor de rest waren het jammer genoeg vijf verloren jaren. Met als dieptepunt het verlies van het Verenigd Koninkrijk als lidstaat.

De auteur Pieter Cleppe is vertegenwoordiger van de denktank Open Europe in Brussel.

Meer