Consumentenorganisaties eisen einde van de ‘no-show’-clausule

Consumentenorganisaties in 8 Europese landen zijn een rechtszaak opgestart tegen een reeks luchtvaartmaatschappijen, waaronder British Airways, Air France en Swiss, met als doel de ‘no-show’-clausule onwettig te laten verklaren. 

Wat is de ‘no show’-clausule?

Volgens die clausule verliest een passagier het recht op zijn terugvlucht en andere connecties indien hij niet opdaagt voor de heenvlucht.  Terwijl de passagier wel heeft betaald voor het volledige traject. De maatschappij kan de “vrijgekomen” plek vervolgens nog eens verkopen aan iemand die op de wachtlijst staat. Zonder daarbij een deel van die opbrengst terug te betalen aan de gedupeerde reiziger.

Passagiers die hun heenvlucht missen en op een andere manier ter bestemming raken, bijvoorbeeld door bij een concurrerende luchtvaartmaatschappij te boeken, verliezen volgens de clausule ook nog eens hun terugvlucht. Een gouden zaak voor de luchtvaartmaatschappij in kwestie, die dus twee keer casht, terwijl de passagier twee keer betaalt voor hetzelfde traject..

Een van de organisaties die actie onderneemt is het Belgische Test-Aankoop, dat in september een rechtszaak is opgestart tegen Air France en KLM.

Consumentenorganisaties maken een goede kans

Volgens Test-Aankoop passen voormelde luchtvaartmaatschappijen deze “no show-clausules” op strenge wijze toe. “Hun algemene voorwaarden bepalen effectief dat indien de passagier zijn eerste vlucht niet neemt, wat ook de reden mag zijn, hem een bijkomend forfaitair bedrag zal worden aangerekend, gaande van € 125 voor een korte-afstandsroute (binnenlandse Franse vluchten en Corsica) tot € 3 000 voor een lange-afstandsvlucht.”

De betrokken consumentenorganisaties eisen dat de clausule ongeldig wordt verklaard en dat de betrokkenen worden vergoed voor alle schade die ze opliepen door de toepassing van de clausule.  Ze maken een goede kans. Een Britse rechtbank oordeelde eerder al in het voordeel van de passagier in een zaak waarbij zowel Iberia als de Europese Commissie waren betrokken.  Ook Duitse, Oostenrijkse en Spaanse rechters beslisten eerder al dat deze bepaling ingaat tegen hun nationale wetgeving, die op zijn beurt is gebaseerd op een Europese richtlijn aangaande misleidende clausules. 

Meer