De wetenschap achter ‘liefde op het eerste gezicht’

Liefde op het eerste gezicht bestaat, maar vormt slechts in een beperkt aantal gevallen de basis voor een duurzame relatie op lange termijn. Dat schrijft het magazine The Economist op basis van een onderzoek van Ayala Malach-Pines, psychologe aan de Ben-Gurion University in Israël. Malach-Pines kwam tot de vaststelling dat bij 11 procent van de langdurige relaties gewag kan worden gemaakt van liefde op het eerste gezicht. In veel gevallen moet volgens haar echter worden vastgesteld dat de partners een langere tijd besteden aan het opbouwen van de onderlinge liefdesband en wordt vaak gezocht naar eigenschappen die niet onmiddellijk kunnen worden geïdentificeerd, zoals mededogen, intelligentie of humor.

“Wetenschappers gaan ervan uit dat liefde fundamenteel eerder een biologisch concept is dan een cultureel gegeven,” aldus The Economist. “Reden voor die benadering is de vaststelling dat het fenomeen in alle menselijke culturen kan worden aangetroffen en een gelijkaardig gedrag zelfs kan worden vastgesteld bij een aantal diersoorten, zoals de prairiewoelmuis. De uiteindelijke bedoeling van liefde is de productie van nakomelingen. Kinderen vragen een grote zorg, waarvoor twee ouders beter zijn dan één individu. Liefde is een signaal dat beide partners zich voor die taak hebben geëngageerd en hun betrokkenheid minstens stand zal houden tot de kinderen onafhankelijk zijn geworden.”

“Wanneer een individu verliefd wordt, begint in de hersenen een samenwerking tussen een hele reeks verschillende breinregio’s om een aantal chemische stoffen vrij te geven die een gevoel van euforie, verbondenheid en opwinding stimuleren,” wordt er opgemerkt. “Onder meer blijkt verliefdheid te leiden tot de productie van dopamine, oxytocine, adrenaline en vasopressine. Ook kon worden aangetoond dat de onvoorwaardelijke liefde tussen moeder en kind kan worden geassocieerd met activiteiten in breinregio’s die afwijken van gebieden die in verband kunnen worden gebracht met de seksuele aantrekkingskracht tussen romantische partners.”

“Gepassioneerde liefde is gelinkt aan het belonings-circuit in de menselijke hersenen. Datzelfde gebied is actief wanneer de mens de roes van cocaïne ervaart. Het verlangen, de motivaties en de ontwenningsproblemen die met liefde gepaard gaan, hebben veel gemeenschappelijke elementen met verslaving. De meest intense vorm kan worden teruggevonden in de vroegste stadia van de relatie, die geleidelijk aan plaats zal ruimen voor de rustige vorm van liefde die in de langdurige relatie voor de levenspartner wordt gevoeld. Langdurige liefde heeft een lichtelijk andere chemische structuur, maar heeft nog altijd te maken met de beloningscentra in de hersenen.

“Liefde betekent dat één bijzonder persoon in de chemie van het lichaam een beloning wordt voor het brein van de partner. Liefde op het eerste zicht is dan ook alleen mogelijk wanneer het mechanisme voor het creëren van een langdurige relatie bijzonder snel kan worden geactiveerd. Die stelling wordt onder meer bevestigd door het feit dat het individu in een fractie van een seconde een visie genereert over de aantrekkelijkheid van een ander persoon. Die beslissing blijkt te worden gestuurd door de aantrekkelijkheid van het gelaat, hoewel mannen ook een voorkeur lijken te hebben voor vrouwen met een specifieke verhouding tussen het middel en de heup, die een weerspiegeling zou moeten zijn van de reproductie-gezondheid.”