Dit zijn de 10 landen met de beste werk-privébalans

Evenwicht vinden tussen werk en vrije tijd is voor iedere werknemer een uitdaging. In sommige landen is die balans veel gunstiger dan in andere, omdat overheden proberen om flexibele werkuren te stimuleren. Dit zijn volgens een rapport van de OESO (Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling) de tien landen waar werken en privéleven het makkelijkst te combineren zijn.

Met welke factoren houdt de OESO rekening bij het opstellen van deze rangschikking? De tijd die iemand aan werk besteedt is uiteraard heel belangrijk. Het is bewezen dat lange werkdagen slecht kunnen zijn voor onze gezondheid, onze veiligheid op het spel kunnen zetten en ook meer stress kunnen veroorzaken. Eén op acht werknemers (13%) binnen de OESO zou minstens 50 uren per week werken. Vooral in Turkije is dat een probleem, waar 34% van de werknemers in die categorie zit. Met 30% doet Mexico niet veel beter, en ook in Israël en Nieuw-Zeeland draait 15% van de werknemers erg veel werkuren.

Er is ook een duidelijk verschil in gender, want 16% van de mannelijke werknemers heeft heel lange werkdagen, tegenover 8% van de vrouwen. Daarnaast is het natuurlijk ook belangrijk om genoeg tijd te hebben voor andere activiteiten, zoals persoonlijke zorg en ontspanning. Wie in de OESO voltijds werkt, heeft gemiddeld 62% van de dag, ofwel zo’n 15 uren, tijd voor zorgtaken (eten, slapen, …) en voor ontspanning (sociaal contact, hobby’s, spelletjes, televisie kijken, computer, …).

Hier is er echter geen verschil in gender. Hoewel vrouwen gemiddeld iets meer tijd hebben, kunnen ze die niet aan ontspanning besteden. Daardoor ligt de tijd voor ontspanning bij mannen en vrouwen toch in evenwicht.

Nu volgt de top 10 van de landen waar de balans tussen werk en privé het beste is:

10. Ierland (7,9/10)


© Getty

In Ierland hebben werknemers het beduidend beter dan in Turkije, want slechts 4,7% doet meer dan vijftig werkuren per week. Enkele jaren geleden was het percentage nog lager, maar tegenwoordig ligt het aantal werkuren in Ierland dus opnieuw iets hoger. Mannen werken tot vier keer meer lange dagen dan vrouwen.

Ierland doet het heel goed wat tijd voor ontspanning betreft, want gemiddeld zijn Ieren 15,3 uur per dag niet met werken bezig. Het verschil tussen mannen en vrouwen is hier miniem.

9. Rusland (8,1/10)


© Getty

In geen enkel land ligt het aantal werknemers met meer dan vijftig werkuren per week zo laag als in Rusland. Slechts 0,2% van de werknemers zouden er zo veel uren moeten werken. Bij die minderheid zijn het hoofdzakelijk mannen die lange werkdagen draaien. Opvallend is dat Rusland desondanks minder goed scoort qua tijd voor ontspanning. Zo’n 14,9 uren per dag zouden werkende bewoners van Rusland tijd hebben voor zichzelf.

In 2013 hadden de Russen volgens een rapport van de Oeso nog de op drie na langste werkweek ter wereld.

8. Duitsland (8,3/10)


© Getty

In Duitsland werkt ongeveer 4,6% meer dan 50 uren per week. Het zijn ook hier vooral mannen die de lange werkdagen voor hun rekening nemen. De Duitsers hebben daarnaast gemiddeld 15,6 uur tijd voor ontspanning en persoonlijke zorg.

In Duitsland focust het Neue Vereinbarkeit Memorandum uit 2015 op een betere balans tussen werk en privé. Dat gaat na waar vooruitgang geboekt is en waar nog beterschap mogelijk blijft. Richtlijnen roepen werkgevers op om zowel mannen als vrouwen ‘flexitime’ aan te bieden. Ook moeten zowel voltijds werkende vaders als moeders verminderde werkuren krijgen, en er moet betaalbare kinderopvang voorzien worden.

De regeling van het ouderschapsverlof maakt het gemakkelijker voor ouders om deeltijds werk en vrije tijd te combineren. Er zijn ook mogelijkheden voor beide partners om een werkweek van 25 tot 30 uren te draaien gedurende minstens vier maanden.

7. Zweden (8,3/10)


© Getty

In Zweden doet ongeveer 1,1% meer dan vijftig werkuren per week, vooral mannen. Er zijn zo’n 15,2 uren per dag beschikbaar voor vrije tijd. Zweden staat al heel ver om werknemers snel toegang tot allerlei voordelen te bieden. Zo moeten ouders geen documenten invullen wanneer ze vrij willen om voor een ziek kind te zorgen. Er bestaat een applicatie op de smartphone waarmee werknemers gemakkelijk toegang hebben tot ‘My Pages’, de online tool die hen alle informatie geeft die ze nodig hebben.

De dienst heeft sinds de lancering van de app al 80% meer bezoekers. Al één op vier aanvragen tot verlof wordt door ouders via de applicatie gedaan.

6. Noorwegen (8,5/10)


© Getty

Natuurlijk zijn de Scandinavische landen weer goed vertegenwoordigd in deze lijst. Bij de Noren werkt 3,2% meer dan vijftig uur per week, wat het land bij de tien beste van de OESO plaatst. Maar Noorwegen scoort nog beter wat tijd voor ontspanning betreft: zo’n 15,6 uur per dag. Wat het verschil tussen mannen en vrouwen betreft, volgt Noorwegen de trend van de voorgaande landen.

5. België (8,6/10)


© Getty

Een zeer goede score voor België wat de werk-privébalans betreft. Met 4,3% telt België nog wel veel werknemers die minstens 50 uren per week werken, maar toch hebben we gemiddeld in ons land 15,8 uren per dag voor zorg en ontspanning. Ook in die laatste categorie bekleedt België binnen de OESO-lijst de vijfde plaats.

De FOD Sociale Zekerheid stimuleert thuiswerken en flexibele regelingen voor teams om te functioneren. De federale regering zou hierdoor jaarlijks 6 miljoen euro besparen en de ruimte voor kantoren zou al met 30% gedaald zijn. Deze overheidsdienst is verkozen tot de beste binnen de Belgische federale regering.

4. Spanje (8,8/10)


© Getty

Spanje is het op één na beste land wat tijd voor zorg en ontspanning betreft. Werknemers hebben er gemiddeld 15,9 uren per dag om zich buiten de werkvloer op hun privéleven te focussen. Wel doet nog 4,5% meer dan 50 werkuren per week.

Toch verdoezelt dit de realiteit in Spanje, want werknemers hebben het moeilijk om een goede balans tussen werk en privé te vinden. Zo krijgen Spaanse gezinnen gemiddeld slechts 1,3 kinderen, waarmee het land bij de laagste vruchtbaarheidsgraad van de OESO hoort. Gemiddeld zijn moeders al bijna 30 jaar wanneer ze voor het eerst zwanger worden. Ouders doen dit bewust, omdat ze zich eerst op hun carrière willen focussen.

Ook na de bevalling reflecteren statistieken dat Spanje eigenlijk niet zo goed scoort. Zo’n 51% van de Spaanse vrouwen werkt tegenwoordig, maar dat is veel minder dan het gemiddelde in de OESO (57,5%). Liefst 75% van de vrouwen gaat pas acht jaar na de bevalling terug werken. De overheid doet wel moeite om meer kinderopvang te voorzien, maar dat blijft voorlopig beperkt. Een kwart van de grootouders in Spanje zorgt dagelijks voor de kleinkinderen.

3. Frankrijk (8,9/10)


© Getty

Liefst 7,8% van de Franse werknemers draait lange werkdagen van meer dan 50 uren. Toch hebben de Fransen gemiddeld 16,4 uren per dag tijd voor zorg en ontspanning. Op dat vlak staat Frankrijk zelfs op de eerste plaats.

Er valt dan ook heel wat positiefs op te merken over de werk-privébalans in Frankrijk. De vruchtbaarheidsgraad is hoger dan het gemiddelde in de OESO, en ook het aantal werkende vrouwen tussen 25 en 54 jaar overstijgt het gemiddelde. Zo’n 78% van de vrouwen werkt voltijds. Ook de armoede bij kinderen ligt lager dan het gemiddelde van de OESO. Allemaal resultaten van de inspanningen die de Franse overheid heeft geleverd.

Er zijn nog wel enkele werkpunten voor de Fransen. Zo zou de toegang van jonge moeders of moeders van grote gezinnen tot de arbeidsmarkt nog iets beter kunnen worden. Maar dat zal dan vooral van de vaders afhangen, waardoor moet gestreefd worden naar gelijke verdeling van de familiale taken. In Frankrijk kunnen gezinnen genieten van een werkregeling om tot drie jaar voor hun kinderen te zorgen. Sinds 2014 kan de ene partner 2,5 jaar nemen, en de andere de overige zes maanden. Zo zouden vaders meer verlof voor hun kroost moeten nemen.

2. Denemarken (9/10)


© Getty

Denemarken is het beste Scandinavische land wat werk-privébalans betreft. Slechts 2,2% werkt meer dan 50 uren per week. En gemiddeld hebben Denen zo’n 15,9 uren per dag voor zichzelf.

In Denemarken is het mogelijk voor werknemers om hun personeel te betalen volgens het werk dat ze effectief geleverd hebben. Denemarken investeert ook fors in financiële steun voor gezinnen. Er is achttien weken betaald moederschapsverlof voorzien, en twee weken voor vaders. Daarna kunnen ouders nog 32 weken vrij nemen.

Ook op het vlak van kinderopvang en zorg buiten de schooluren eisen de Denen een voorbeeldrol op. Deense gezinnen hebben het gevoel dat werk en privé goed te combineren zijn, waardoor de vruchtbaarheidsgraad op 1,7 tot 1,8 kinderen per vrouw blijft hangen. Voorts gaat 78% van de vrouwen tussen 25 en 54 jaar werken.

Tot slot verdient Denemarken ook een vermelding voor de kleine genderkloof. Mannen en vrouwen hebben er vrij gelijkwaardige lonen. Wel is er nog werk om vaders iets meer te stimuleren voor hun kinderen te zorgen. Op dit moment wordt het ouderschapsverlof vooral door moeders opgebruikt.

1. Nederland (9,3/10)


© Getty

De beste leerling van de klas is volgens de ranglijst Nederland. Slechts 0,5% van onze werkende noorderburen heeft werkweken van meer dan 50 uren. Enkel Rusland doet nog beter. Opvallend is wel dat zeven keer meer mannen in deze categorie zitten, waarmee Nederland dan weer het slechtst scoort op de kloof tussen werkende mannen en vrouwen. Nederlanders hebben voorts 15,9 uren per dag tijd voor zorg en ontspanning.

Het Nederlandse beleid maakt dus een goede werk-privébalans mogelijk, want onder andere de vruchtbaarheidsgraad en het aandeel werkende vrouwen ligt hoger dan het gemiddelde van de OESO. Opvallend is wel dat in de jaren 80 slechts 35% van de Nederlandse vrouwen ging werken, en dat sindsdien meer dan verdubbeld is. Wel werken de meeste Nederlandse vrouwen deeltijds, en thuis zijn ze tot twee uur per dag meer bezig met werken dan mannen.

Vrouwen kunnen zich dus toeleggen op hun gezin, maar het verhoogt wel het risico dat ze zich professioneel niet verder kunnen ontwikkelen. En daardoor blijken kinderen toch heel wat druk met zich mee te brengen. Jonge Nederlandse vrouwen zijn meer onderwezen dan het gemiddelde binnen de OESO, en zelfs meer dan jonge Nederlandse mannen. Maar een werkende moeder met twee volgroeide kinderen heeft gemiddeld minder dan de helft verdiend tegenover een werkende vrouw zonder kinderen.

Meer