Dit zijn de kenmerken van ‘de beste’ ouders, op basis van psychologisch onderzoek

Is er iets mis met ouders die hun kinderen van kleins af aan coachen om hen betere kansen op succes te bieden in hun latere leven? De New York Times beweert van niet, hoewel er limieten zijn. De krant schetst, op basis van psychologisch onderzoek, een beeld van de optimale ouders.

De beste ouders zijn, op basis van decennia aan onderzoek, ‘gezaghebbende ouders’, die betrokken en responsief zijn en hoge doelen stellen, maar tegelijkertijd de autonomie van hun kinderen respecteren. Zulke ouders voeden kinderen op die het in hun latere leven academisch, psychologisch en sociaal beter doen dan anderen.

Een essentieel kenmerk van gezaghebbend ouderschap is de cultivatie van motivatie. Jonge kinderen zijn beter gemotiveerd om steeds moeilijkere dingen te doen als ze niet te veel worden geprezen om hun talent en intelligentie. Deze kinderen gaan uitdagingen aan om ze te overwinnen (niet om geprezen te worden), onafhankelijk van of ze succes verwachten of niet.

Nog een kenmerk is dat ze hun kinderen zelfstandig laten zijn en hun interventies tot een minimum beperken. Dit stimuleert motivatie, zelfvertrouwen, realiteitszin en doelgerichtheid en maakt ze ook gelukkiger.

Dit betekent dat het niet goed is voor ouders om dagelijks het huiswerk van hun kinderen na te kijken, hun opstellen te schrijven of ze constant te bellen om hen te controleren. Eenmaal je je kind iets leert, stopt het voor ouders. Verdere interventie is contraproductief.

Wanneer ouders hun kleuter leren stappen, weten ze dat hij eerst vele malen zal moet vallen vooraleer hij zelfstandig kan wandelen. Hem op dat moment straffen of hem elke keer opvangen is duidelijk verkeerd. Hetzelfde geldt ook voor het latere leven.

Uiteraard zijn de risico’s op fouten groter bij oudere kinderen en tieners. Goede ouders kennen het onderscheid tussen de momenten waarop kinderen moeten vertrouwd worden en momenten waarbij actievere begeleiding is vereist. De mate waarin hun kinderen groeien hangt hier immers van af.

Overbezorgdheid en te veel interventie is vaak het gevolg van de ouderlijke angst om hun kinderen ongelukkig te zien. Dit is echter de verkeerde instelling. Leren uit fouten en mislukkingen tolereren op de weg naar succes maakt zowel kinderen als volwassenen pas echt gelukkig.

Het beeld van een goede ouder is volgens de krant dus als volgt:

– warm,

– heeft gezag,

– laat zelfstandigheid toe,

– gebruikt geen psychologische trucs als schaamte- en schuldgevoelens,

– vertrouwt zijn kinderen,

– etaleert zelf de waarden die hij zijn zoon of dochter tracht in te prenten en

– biedt een consistente, betrouwbare omgeving.