Economen maken zich wel degelijk zorg over de schade die monopolies aanrichten

Monopolies worden een concept dat steeds meer door economen onder de loep worden genomen. Dat zegt Noah Smith, financieel expert bij het persbureau Bloomberg, in een bijdrage over een recente jaarvergadering van de American Economic Association in Atlanta. Smith merkt daarbij op dat tijdens het evenement in eerste plaats het genderprobleem in de sector ter sprake kwam, maar daarna viel de aandacht vooral op monopolies en maatregelen om kartelvorming tegen te gaan.

Het is volgens Smith echter duidelijk dat het arsenaal wapens moet worden uitgebreid om efficiënt tegen monopolievorming te kunnen optreden.

Regelgeving

“Twee knelpunten hebben monopolievorming op de voorgrond geplaatst,” zegt Noah Smith. “Economen benadrukken dat een overdreven marktaandeel een rem zet op de groei en de salarissen, terwijl activisten vooral kritiek hebben op een lakse regelgeving die de voorbije decennia een golf van fusies mogelijk heeft gemaakt.”

“Tegelijkertijd rijst het besef dat een traditionele aanpak van de monopolievorming niet voldoende zal zijn om veranderingen tot stand te brengen. Bij beslissingen over fusies worden immers vaak een aantal belangrijke implicaties genegeerd, maar de autoriteiten hebben ook onvoldoende middelen ter beschikking om na de samensmelting de situatie verder te blijven opvolgen.”

Smith merkt nog op dat toezichthouders vaak met dure en moeilijke juridische procedures rekening moeten houden indien ze hun richtlijnen willen afdwingen. “Ook dat vormt een belangrijke barrière in de strijd tegen monopolies,” werpt hij op. “Nochtans moet worden vastgesteld dat fusies, ondanks gedane beloftes, vaak uiteindelijk toch ongestraft tot prijsverhogingen leiden.”

“Bovendien brengen opsplitsingen vaak niet het gewenste resultaat. In veel gevallen gebeurt er een opdeling volgens geografische lijnen, wat dikwijls uitmondt in de creatie van regionale entiteiten die toch hun lokale marktaandeel kunnen behouden. Nochtans zijn voor zowel de werknemers als consumenten de lokale marktconcentraties van belang.”

Complementaire acties

“Een antitrust-beleid is dan ook niet het enige instrument dat in de strijd tegen monopolies mag worden ingezet,” waarschuwt Smith. “Er zijn complementaire acties nodig. Onder meer moet worden beroep gedaan op de inzet van vakbonden, die de macht van de werkgevers kunnen begrenzen. “

“Daarbij kan ook gewerkt worden met medezeggenschap, waarbij aan de werknemers verplicht een vertegenwoordiging in de raad van bestuur van de ondernemingen moet worden toegestaan. Tevens kan worden overgegaan tot de introductie van minimumlonen, die kunnen beletten dat grote entiteiten de kans zouden krijgen om de salarissen op een laag niveau te handhaven.”

“Deze benaderingen zijn de voorbije periodes al op verschillende ogenblikken en locaties uitgeprobeerd, maar er zijn ook radicaal nieuwe ideeën,” stelt Smith. “Onder meer zou er kunnen worden gedachten worden aan een systeem met progressieve arbeidsnormen, zoals door zakenman en activist Nick Hanauer naar voor is gebracht.”

“Dat concept stelt voor om strengere eisen – zoals hogere minimumlonen en meer voordelen – op te leggen aan bedrijven met een grotere marktmacht. Het meten van marktmacht is moeilijk, maar Hanauer wil daarbij kijken naar onder meer marktconcentratie, de dominantie tegenover onafhankelijk bedrijven op lokale markten en loonverschillen binnen dezelfde onderneming. “

“Misschien moeten progressieve arbeidsnormen als een laatste redmiddel worden beschouwd”, suggereert Smith. “Indien traditionele benaderingen niet blijken te functioneren, zouden directe sancties tegen dominante bedrijven het enige alternatief kunnen blijken te zijn.”

Meer