Elke Griek moet 30.000 euro aan de naties die zijn land geld leenden

Elke Griek is 29.700 euro verschuldigd aan de geldschieters van zijn land. Dit blijkt uit een studie van de Griekse Federatie van Ondernemingen (SEV), gebaseerd op een rapport van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (Oeso). Dit bedrag komt ongeveer overeen met het dubbele van het jaarlijkse bruto inkomen van de gemiddelde Griek.

Uiteraard is deze situatie het gevolg van de drie reddingsoperaties waarvan Griekenland tijdens de financiële crisis kon profiteren. Bij die operaties kreeg het land een totale lening van ongeveer 326 miljard euro.

Ineenstorting

Uit de analyse blijkt dat geen enkele andere lidstaat van de Oeso een minder duurzaam welvaartsniveau bezit dan Griekenland. Op de voorlaatste plaats staat Portugal. De meest duurzame welvaart bestaat in Zweden. Ook op de andere topposities zijn Scandinavische landen terug te vinden.

Op het gebied van financieel kapitaal laat Griekenland eveneens de slechtste prestatie van de hele Oeso optekenen. Die problemen zijn het gevolg van een gigantische schuldenlast, die tot bijna 179 procent van het Griekse bruto binnenlandse product is opgelopen. Daarnaast zijn er echter ook de ineenstorting van de investeringen en de noodzakelijke herkapitalisatie van de Griekse banken.

De Griekse financiële sector wordt echter ook geconfronteerd met een groot probleem van slechte schulden. Eind juni stonden bij de vier grootste banken van het land in totaal 88,6 miljard euro slechte kredieten, die mogelijk nooit meer kunnen worden geïnd, geboekt. Dat cijfer komt overeen met de helft van het Griekse bruto binnenlandse product.

Braindrain

Maar ook op sociaal en menselijk kapitaal kan Griekenland weinig positieve berichten melden. Er blijkt een duidelijk gebrek aan vertrouwen in de instellingen. Bovendien is er een groot gebrek aan bekwame professionals. Door een gebrek aan economische vooruitzichten voor jonge afgestudeerden, heeft het land een zware braindrain gekend.

De voorbije tien jaar hebben meer dan een half miljoen Grieken tussen vijfentwintig en negenendertig jaar het land verlaten. Dat is een zware slag voor een land met een bevolking van 10,7 miljoen inwoners, dat bovendien een sterke vergrijzing kent.

Een studie van het European University Institute vijf jaar geleden toonde dat 88 procent van de Griekse emigranten een universitair diploma hadden. Toch geven deze jongeren niet de zware economische crisis als belangrijkste reden op voor hun vertrek.

Daarentegen maken zij vooral gewag van de wijdverspreide corruptie en een gebrek aan meritocratie. Een op de drie jongeren die naar het buitenlands is vertrokken, zou ook geen enkele intentie hebben om terug te keren.

De enquête van de Oeso toonde verder nog aan dat een Grieks gezin gemiddeld over een netto vermogen van 125.262 euro beschikt. In de hele Oeso bedraagt dat gemiddelde 280.383 euro.

Griekenland scoort daarbij ook opmerkelijk lager dan Spanje (292.619 euro), Italië (231.854 euro) of Portugal (198.634 euro). De Verenigde Staten staan wereldwijd op kop met een gemiddeld vermogen van 383.489 euro.

De Griekse Federatie van Ondernemingen roept op tot een nationale strategie, die zou moeten werken aan de realisatie van een dynamische economische en sociale herstructurering. Daarbij zou prioritair moeten worden gewerkt aan sectoren die het minst goed presteren.

Meer