Aantal Europese probleembanken stijgt gevaarlijk snel

Eind vorig jaar bevonden in Europa eenendertig banken zich in een bedreigde situatie. Daarmee nam het aantal Europese financiële instellingen in zware moeilijkheden met acht entiteiten toe. Dat blijkt uit een analyse van consulent Bain.

Gewaarschuwd wordt dat het cijfer opnieuw evolueert in de richting van het recordniveau van vijfendertig bedreigde banken vier jaar geleden. Er wordt aan toegevoegd dat alle banken die het voorbije decennium zijn ingestort, voordien de status van bedreigde instelling had opgespeld gekregen, net zoals een aantal sectorgenoten die tijdens of na de financiële crisis in de eurozone verplicht werden tot een herkapitalisatie over te gaan. “Er moet aan worden toegevoegd dat al vier van de bedreigde banken uit het recente rapport hun activiteit als zelfstandige entiteit hebben stopgezet,” betoogt Joao Soares, auteur van het rapport. Onder meer wordt verwezen naar de Spaanse Banco Popular, die in juni dit jaar door Banco Santander diende te worden gered. Fragiele banken die geen efficiënte actie hebben ondernomen of corrigerende initiatieven hebben uitgesteld, bevinden zich volgens Soares in een bijzonder moeilijke situatie. De auteur wijt het probleem gedeeltelijk aan het feit dat vele probleembanken in eerste instantie alleen moeilijkheden met de winstgevendheid vertoonden, maar nadien ook verplicht werden de waarde van hun activa naar beneden bij te stellen. Dat was vooral te wijten aan het optreden van de regulatoren, onder leiding van de Europese Centrale Bank, tegen instellingen die onder zware pakketten probleemkredieten gebukt gingen.

Polarisering

Een aantal instellingen, vooral in Italië, zijn na de eerste doorlichting overgegaan tot kapitaalverhogingen, maar volgens Joao Soares zijn deze inspanningen meestal niet voldoende gebleken om uit de probleemsituaties te kunnen ontsnappen. In Italië moesten negen banken worden opgedoekt, maar nog vele andere instellingen van het land blijken tot de bedreigde categorie te behoren. Tegelijkertijd wordt echter gemerkt dat eind vorig jaar tweeënveertig Europese banken een uitermate gezonde toestand lieten optekenen. Dat betekende een stijging met vier entiteiten tegenover het jaar voordien. Tegenover vier jaar geleden is deze categorie met negen instellingen aangegroeid. Die cijfers tonen volgens Soares dat het Europese bankenlandschap een steeds grotere polarisering laat optekenen. Bain merkt nog op dat elke bank, ongeacht de ernst van zijn actuele situatie, opnieuw naar een gezonde toestand kan terugkeren, op voorwaarde dat de regulatoren, het bestuur en de directie zich engageren om de harde beslissingen te nemen die zich opdringen. Dat herstel zou drie tot vijf jaar inspanningen vergen. Italië heeft elf instellingen in de lijst met bedreigde banken, gevolgd door Spanje (6), Duitsland (5) en Griekenland (2). De sterkste banksectoren kunnen worden gevonden in Duitsland, Frankrijk en Nederland, waar telkens vijf instellingen zich in de sterkste categorie bevinden, gevolgd door Zweden met vier entiteiten. (mah)