Eurozone zit in het oog van de economische storm

De door analisten aangekondigde ‘gouden periode’ voor de Europese economie zal exact zes maanden hebben geduurd.

De eurozone zit in het oog van een economische storm. Amper een jaar geleden spraken financiële analisten nog over een aankomende ‘gouden periode’. Die zal exact zes maanden hebben geduurd. Werden in de eerste twee kwartalen van het jaar nog goede resultaten geboekt, die de hoop op zo’n periode rechtvaardigden, dan werd de voorbije maanden die hoop vervangen door ongerustheid, veroorzaakt door teleurstellende cijfers. In het derde kwartaal vertraagt de economische groei, terwijl de politieke spanningen tussen de verschillende lidstaten toenemen.

2018 zou het jaar van Europa worden

Begin dit jaar toonden analisten en bedrijfsleiders zich nog uiterst positief over Europa. Volgens Benoit Coeure, analist van de Europese Centrale Bank, verkeerde de economie van de regio ‘in de beste conditie sinds de geboorte van de euro op het einde van de voorbije eeuw’.

Investeerders lieten zich dat geen twee keer zeggen. Van een regio die men best kon vermijden, werd Europa plots een een regio waar men absoluut aanwezig moest zijn. Het continent combineerde een reeks voordelen: een sterke economische groei, politieke stabiliteit ondanks de problemen in Italië en Spanje en een sterk leiderschap binnen de eurozone, onder de tandem Merkel – Macron, die de situatie onder controle leek te hebben.

Economische groei: een magere 0,2%

Maar niets verliep zoals verhoopt en na 2 relatief goede kwartalen stokt de economie: de groei komt uit op een magere + 0,2% in het derde kwartaal, twee keer minder dan wat analisten hadden berekend. Op 8 november moet de Europese Commissie haar prognose voor het jaar bekendmaken en  die zal meer dan waarschijnlijk onder de 2% komen te liggen.

De implosie van de as Parijs-Berlijn

Na de verkiezing in Frankrijk van Emmanuel Macron en de herverkiezing van Angela Merkel leek de as Parijs-Berlijn zich te hebben versterkt. Een versnelling van het Europese hervormingsproject leek in zicht. Men zou zorgen voor meer integratie en structurele hervormingen zouden beter worden beloond. Het uitdelen van die miljarden steun zou de job worden van één nieuwe minister van Financiën, die over de ganse eurozone zou regeren. Meer Europa dus, meer Europese Unie en meer eurozone…

Maar minder dan een jaar later lijken die plannen [voltooid] verleden tijd. Merkel bereidt haar vertrek voor en Macron is er nooit in geslaagd het leiderschap op te nemen. Europa’s problemen stapelen zich op: er is de Brexit, het Italiaanse budget, de onzekerheid in Duitsland, de tegenstand in de Oost-Europese lidstaten, aangevoerd door Viktor Orban, de economische sancties tegen Rusland en de immer fragiele relaties tussen de Balkanlanden.

Economische nulgroei in zorgenkind Italië

Het derde trimester is dus het slechtste in vier jaar en vooral Italië baart zorgen: het land waar Matteo Salvini alles denkt te kunnen regelen, produceerde een nulgroei. Dat was niet meer gebeurd sinds 2015. Zowel de binnenlandse vraag als de export lijken verlamd. De timing kon dus niet slechter voor de anti-establishmentregering Conte, die in een budgetgevecht is gewikkeld met de Europese Commissie.

De vorige regering had een budgettekort van 0,8% beloofd, maar Rome wil dat nu verdriedubbelen tot 2,4%. Conte en co rekenden op economische groei om het tekort te financieren. Dat lijkt nu onhaalbaar.

Erger nog, het deficit dreigt verder uit te breiden en het land heeft nu al een staatsschuld van 140% van het bbp. In de eurozone doet enkel het immer noodlijdende Griekenland slechter, maar die economie is wel 10 kleiner dan de Italiaanse. Een land ook dat dagelijks 146 miljoen euro aan rente betaalt op openstaande leningen. Geen enkel G7-land  – op de VS na – betaalt meer.

Meer