Fossiele brandstoffen eisen jaarlijks 6,5 miljoen levens

De gezondheidskosten die aan het gebruik van fossiele brandstoffen moeten worden gelinkt, liggen veel hoger dan de subsidies die de overheden aan de sector toekennen.

Dat is de conclusie van een rapport van de Health and Environment Alliance (Heal). Opgemerkt wordt dat de twintig grootste economieën van de wereld drie jaar geleden 444 miljard dollar subsidies hebben verstrekt voor de productie van olie, gas en steenkool. Tegelijkertijd heeft die productie in diezelfde landen volgens Heal voor 2,76 biljoen dollar gezondheidskosten wegens luchtverontreining veroorzaakt. In de Europese Unie zouden die kosten 229,5 miljard dollar hebben bedragen. “De gezondheidskosten door fossiele brandstoffen liggen 600 procent hoger dan de subsidies die aan de sector worden toegekend,” benadrukt Heal. “Het is dan ook niet verantwoord dat de overheden geld in ongezonde energiebronnen blijven injecteren.”

Oost-Europa

Opgemerkt wordt dat de verbranding van fossiele brandstoffen elk jaar wereldwijd aan 6,5 miljoen mensen het leven kost door onder meer beroertes, hartaanvallen, kanker en longziektes. Aangevoerd wordt dat in Duitsland 24,9 procent van de voortijdige overlijdens wegens luchtvervuiling zouden kunnen worden vermeden indien de subsidies voor fossiele brandstoffen zouden worden geschrapt en corrigerende belastingen zouden worden ingevoerd. Ook Groot-Brittannië zou het aantal voortijdige overlijdens met 41,3 procent kunnen terugdringen, maar volgens Heal zou vooral Oost-Europa een belangrijk voordeel uit deze strategie kunnen halen. De grootste winsten zouden kunnen worden opgetekend in Bulgarije, waar het aantal voortijdige overlijdens met 89,1 procent zou kunnen worden gereduceerd, gevolgd door Roemenië en Polen, waar daling met respectievelijk 71,3 procent en 51,3 procent zou worden geregistreerd. Onder meer wordt aangevoerd dat de besparingen aan subsidies voor fossiele brandstoffen een land zoals Polen de mogelijkheid zou bieden vierendertig ziekenhuizen te bouwen en 30.000 artsen en 57.000 leerkrachten te betalen. (mah)