Hersenpatronen kunnen zelfmoordneiging aangeven

Een verhoogd risico op zelfmoord kan door computeronderzoek in de hersenen van het individu worden ontdekt. Dat blijkt uit onderzoek van wetenschappers aan de Carnegie Mellon University en de University of Pittsburgh, op basis van een hersenonderzoek bij vierendertig jonge volwassenen in de Verenigde Staten.

De resultaten kunnen volgens de wetenschappers worden gebruikt om het reële gevaar op zelfmoord beter te kunnen inschatten. Vaak moeten hulpverleners daarbij momenteel vooral op de eigen intuïtie of opgebouwde ervaring verder gaan. Alleen al in de Verenigde Staten moeten jaarlijks meer dan 44.000 zelfmoorden worden geregistreerd. “Bij personen die aan zelfmoord denken, kan een specifieke hersenactiviteit worden geïdentificeerd,” benadrukt onderzoeksleider Marcel Just, professor cognitieve neurowetenschappen aan de Carnegie Mellon University. “Wanneer de betrokkenen geconfronteerd worden met concepten zoals dood, wanhoop of begrafenis kan in hun hersenen een specifieke activiteit worden opgetekend die bij de gemiddelde populatie niet kan worden vastgesteld.” “In meer dan 90 procent van de experimenten kon het computerprogramma een scheiding maken tussen personen die over zelfmoord hadden gedacht en mensen die geen dergelijke donkere gedachten hadden gekoesterd.”

Preventie

“Het computerprogramma bleek ook in staat een onderscheid te maken tussen personen die daadwerkelijk een zelfmoordpoging hadden ondernomen en individuen die alleen het idee hadden gehad zichzelf van het leven te beroven,” zegt professor Just nog. De onderzoekers wijzen erop dat het computerprogramma mogelijk zou kunnen worden ingezet om zelfmoorden te vermijden. Op dit ogenblik is het voor hulpverleners immers vaak bijzonder moeilijk om uit allusies van patiënten over zelfmoord ook de personen te selecteren die wellicht geneigd zullen zijn om die plannen ook daadwerkelijk door te zetten en zullen proberen zichzelf om het leven te brengen. Vaak moet daarbij op intuïtie worden verder gegaan. Het onderzoek is een vervolg op eerdere studies van Marcel Just, waaruit bleek dat gedachten in het brein specifieke activiteitspatronen creëren. Ook toonde de wetenschapper aan dat een computerprogramma kon worden geleerd signalen van de breinreacties op specifieke woorden, ideeën en concepten te herkennen. (mah)