Tijdens de Berlin Air Show op luchthaven Schönefeld heeft het Europese luchtvaartconcern Airbus zijn mini-vliegtuig Thor (Test of High-tech Objectives in Reality) voorgesteld.
Thor is een drone met een lengte van bijna vier meter en een gewicht van 21 kilogram, maar opmerkelijk is vooral dat het vliegtuig met driedimensionale technieken werd geprint. Daarmee heeft Airbus een wereldprimeur gerealiseerd. Alle onderdelen van de drone, op uitzondering van de elektrische elementen, werden driedimensionaal gedrukt. Het toestel biedt volgens Airbus een blik op de toekomst van de luchtvaart. “De ontwikkeling van de drone is een test voor de mogelijkheden van driedimensionale printtechnieken,” benadrukte Detlev Konigorski, bij Airbus verantwoordelijk voor de bouw van Thor, waarbij gebruik werd gemaakt van polyamide. “Bedoeling was te kijken of het ontwikkelingsproces kon worden versneld door 3D-printing niet alleen voor individuele onderdelen, maar voor het hele systeem te gebruiken.”
Besparing
Hoofdingenieur Gunnar Haase, die in november vorig jaar bij Airbus in Hamburg de eerste vlucht met Thor uitvoerde, stelt dat de drone een bijzonder vlotte en stabiele vlucht kent. Volgens Airbus moet de technologie leiden tot een besparing van tijd, brandstof en geld. Airbus en zijn Amerikaanse rivaal Boeing maken al van 3D-toepassingen gebruik voor de producten van onderdelen voor grote passagiersvliegtuigen. Er wordt op gewezen dat de technologie een gewichtsbesparing tussen 30 procent en 50 procent kan opleveren, terwijl ook niet langer met productie-afval rekening gehouden hoeft te worden. Ook het European Space Agency (ESA) wil in de toekomst zijn draagraket Ariane gedeeltelijk bouwen met onderdelen die met 3D-technologieën zijn vervaardigd. (mah)