Japan gaat na 31 jaar opnieuw op walvisjacht

Japan heeft het internationaal moratorium op de walvisjacht gebroken. De Japanse walvisvloot is immers voor de eerste keer in eenendertig jaar met commerciële intenties uitgevaren. Dat meldt Robin Harding, correspondent van de Britse krant Financial Times in Tokio, naar aanleiding van de vertrekceremonie voor de vloot in de havens van Shimonoseki en Kushiro. Het Japanse visserijbureau zegt voor de commerciële vangst een quotum van 227 walvissen te hebben bepaald.

Om de commerciële vangst mogelijk te maken, heeft Japan zich uit de de International Whaling Commission (IWC) teruggetrokken.

Kritiek

“De Japanse beslissing is door milieugroepen op zware kritiek onthaald,” zegt Robin Harding. “Tevens zijn er bij verschillende partijen vragen gerezen over de Japanse beweringen de internationale samenwerking en de rechtsstaat te eerbiedigen. Tegelijkertijd betekent de beslissing echter misschien ook het begin van het einde van de Japanse walvisindustrie.”

“De sector moet zich nu immers op een commerciële basis bewijzen. Japan heeft zijn veelbesproken wetenschappelijke walvisvaart in Antarctica immers stopgezet. Die visvangst werd met controversiële onderzoeksdoeleinden gemotiveerd en ook ondersteund.”

Een woordvoerder van de Japanse regering benadrukte dat de nieuwe commerciële walvisvaart beperkt blijft tot de kustwateren en de exclusieve economische zone van het land. “Japan zal daarbij de internationale rechtsregels volgen,” aldus de woordvoerder.

“Bovendien zal de vangst worden georganiseerd op basis van wetenschappelijke richtlijnen, zodat een negatieve impact op het walvisbestand kan worden uitgesloten. De Japanse overheid heeft voor de jacht uiterst behoudende quota gehanteerd. Op geen enkel ogenblik zullen de overlevingskansen van de geviseerde populaties in het gedrang komen.”

Status

Japan heeft lang betoogd dat een groot aantal walvissoorten onterecht een bedreigde status heeft gekregen. Daarmee argumenteerde het land dat het moratorium van de International Whaling Commission, ingevoerd in het midden van de jaren tachtig van de voorbije eeuw, ongerechtvaardigd was.

“De doelstellingen van de nieuwe commerciële jacht liggen lager dan het quotum van 637 walvissen dat het Japanse wetenschappelijke onderzoek hanteerde,” betoogt Harding. “Op deze manier zal de overschakeling er waarschijnlijk toe leiden dat er minder walvissen worden gevangen.”

“Aangezien de commerciële walvisvaarders echter wellicht vooral de grootste dieren zullen viseren, zal de uiteindelijke oogst aan vlees waarschijnlijk geen achteruitgang laten optekenen. Het blijft echter een grote vraag of er bij het publiek nog steeds een grote interesse in walvisvlees aanwezig is.”

“De walvisjacht is een uitstervende industrie,” beklemtoont Darren Kindleysides, chief executive van de Australian Marine Conservation Society. “De walvisvangst is een verouderde en wrede industrie die een product verkoopt aan een markt die nagenoeg is verdwenen.”

De woordvoerder van de Japanse regering noemt het echter een verzinsel dat zijn land de interesse in walvisvlees zou hebben verloren. Hij wijst erop dat de wetenschappelijke walvisjacht ongeveer 5.000 ton vlees per jaar opbracht. Die voorraad vond volgens de woordvoerder telkens volledig zijn weg naar de consument.

De Japanse regering zegt van plan te zijn om de wederopbouw van de nationale walvisvloot gedurende meerdere jaren te subsidiëren. Het Japanse overheidsbudget voor walvisvangst, inclusief onderzoeksactiviteiten, bedraagt ongeveer 46 miljoen dollar per jaar.

Japan zegt ook weinig internationale kritiek ontvangen te hebben op zijn beslissing om de commerciële walvisvaart te hernemen. “De oppositie kwam bovendien uitsluitend van een aantal ontwikkelde landen,” benadrukt de regeringswoordvoerder. “Daarentegen heeft Japan veel gelukwensen gekregen van naties die de walvisvangst wel zijn genegen.”

Meer