De structuur van de Europese voetbalcompetities blijft voorlopig ongewijzigd. Tot nader orde komt er alvast geen verandering in de organisatie van de Champions League. Dat heeft de European Club Association (ECA) aangekondigd. De voorstellen zouden hebben geleid tot een selecte competitie waaraan nagenoeg alleen de grootste Europese clubs zouden kunnen deelnemen. Vele teams die hierdoor een kans op een deelname aan de Champions League zouden verliezen, protesteerden tegen de plannen.
De organisatie van een derde Europese competitie – naast de Champions League en de Europa League – kreeg wel een grotere bijval.
Elitair
De absolute topclubs uit het Europese voetbal hadden gehoopt van de Champions Leagues een selecte competitie te kunnen maken. Volgens het voorstel zouden vierentwintig topclubs een vaste plaats in de Champions League krijgen. Dat contingent zou jaarlijks aangevuld worden met enkele teams die als overwinnaar uit een aantal voorrondes zouden komen.
Alle andere clubs zouden in de lagere Europa League uitkomen. Wel zou de samenstelling van de Champions League elk jaar een kleine aanpassing kennen. Daarvoor zou een systeem met degradatie en promotie worden geïntroduceerd. Het voorstel kreeg onder meer steun van Andrea Agnelli, voorzitter van de European Club Association en topman van Juventus, de rijkste club van Italië.
Clubs die door het voorstel de toegang tot de lucratieve Champions League dreigden te verliezen, hadden zich echter tegen de plannen verzet. Zij vrezen immers dat hun achterstand op de rijkste clubs hierdoor alleen nog maar zou vergroten. Vorig seizoen konden de tweeëndertig deelnemers aan de Champions League onder elkaar dan ook een prijzengeld van ruim 2 miljard euro verdelen.
Premier League
De Engelse topclubs hadden de voorstellen eveneens verworpen. Zij proberen immers te vermijden dat een Europese supercompetitie een bedreiging zou kunnen vormen voor de populariteit van hun eigen Premier League, de meest lucratieve voetbalcompetitie van de wereld.
In juni hadden bovendien ook al zeven Spaanse clubs – Athletic Bilbao, Atletico Madrid, Malaga, Sevilla, Real Sociedad, Valencia en Villarreal – de plannen afgewezen. Volgens hen betekenden de plannen een frontale aanval op het competitief evenwicht in het Europese voetbal.
De Spaanse clubs voerden daarnaast aan dat het voorstel ook voor de stabiliteit van de nationale competities een bedreiging vormde.
