Londen-New York levert grootste omzet uit internationale luchtvaart op

De verbinding tussen Heathrow Airport in Londen en John F. Kennedy International Airport in New York levert de Britse luchtvaartmaatschappij British Airways bijna 1,2 miljard dollar jaaromzet op. Geen enkele andere luchtvaartroute in de wereld kan meer inkomsten melden. Dat blijkt uit een rapport van de Official Airline Guide (OAG). Op de tweede plaats staat de verbinding die de Australische maatschappij Qantas aanbiedt tussen Melbourne en Sydney. Deze activiteit leverde Qantas op twaalf maanden tijd 861 miljoen dollar inkomsten op. De derde plaats is voor de route die Emirates vanuit London Heathrow aanbiedt naar Dubai. Die verbinding bracht 796 miljoen dollar omzet op.

De verbinding tussen Londen en New York van British Airways is de enige luchtvaartroute die jaarlijks meer dan 1 miljard dollar inkomsten oplevert.

Draaischijf

De rest van de top tien bestaat uit de verbindingen London-Singapore van Singapore Airlines (736 miljoen dollar), San Francisco-Newark van United Airlines (689 miljoen dollar), Los Angeles-New York van American Airlines (662 miljoen dollar), London-Doha van Qatar Airways (639 miljoen dollar), Hongkong-Londen van Cathay Pacific (605 miljoen dollar), Sydney-Singapore van Singapore Airlines (550 miljoen dollar) en Vancouver-Toronto van Air Canada (541 miljoen dollar). 

“Opmerkelijk is dat British Airways met zijn verbinding tussen Heathrow in Londen en JFK Airport in New York de ranglijst aanvoert,” zegt Eric Rosen, reisspecialist van het magazine Forbes, in een commentaar op het rapport. “Er bestaat op die routes nochtans een sterke concurrentie. Ook met American Airlines, Delta en Virgin Atlantic kunnen reizigers tussen dezelfde luchthavens vliegen.”

“Toch is alleen British Airways met dit transatlantische aanbod in de top tien terug te vinden. Dat heeft de maatschappij te danken aan zijn totale capaciteit en frequentie, die tegenover de concurrentie een belangrijke meerwaarde blijken.”

“Daarnaast tonen de resultaten ook de centrale positie die London Heathrow in de internationale luchtvaart heeft,” zegt Rosen nog. “De Britse luchthaven is bij vijf routes uit de top tien betrokken. Het is dan ook niet verwonderlijk dat luchtvaartmaatschappijen een hevige en dure strijd voor landingsrechten op Heathrow leveren.”

“De prominente aanwezigheid van de Londense luchthaven geeft bovendien ook duidelijk aan dat Heathrow niet alleen belangrijk is als locatie van vertrek en aankomst, maar ook een cruciale draaischijf betekent voor connecties tussen verscheidene andere regio’s.”

Budgetvliegers

De studie toont volgens Rosen tevens een duidelijke band tussen capaciteit en inkomsten. “British Airways biedt tussen Londen en New York acht vluchten per dag aan,” benadrukt hij. “Ongeveer 30 procent van de zetels zijn voorbehouden voor first class en business class.”

“Virgin Atlantic daarentegen heeft op de route slechts zes vluchten per dag. Bovendien zijn slechts tussen 10 procent en 15 procent van de zetels voorbehouden aan business class. Die verschillen zorgen ervoor dat Virgin Atlantic er niet in lukt de top tien te halen.”

Bovendien boeken de maatschappijen de grootste inkomsten op zakelijke routes. Toeristische bestemmingen leveren beduidend minder inkomsten op.

Ook wanneer de inkomsten per uur worden berekend, behoudt London-New York van British Airways zijn eerste plaats. De route verzamelt immers 27.159 dollar inkomsten per uur. Op de tweede plaats staat Dubai-Londen met een bedrag van 24.926 dollar, gevolgd door Melbourne-Sydney van Qantas met 23.773 dollar.

Binnenlandse routes leveren beduidend minder inkomsten op. Vancouver-Toronto van Air Canada staat op een tiende plaats met 11.936 dollar, voorafgegaan door Newark-San Francisco van United (12.882 dollar) en Los Angeles-New York van American Airlines (13.099 dollar).

Opvallend is volgens Rosen ook de afwezigheid van budgetvliegers in de ranglijst. Zij bieden echter vaak niet de routes die het premium publiek van de zakenreiziger op het oog heeft. Zakenreizigers zijn meestal ook bereid een hoger bedrag te betalen voor een vliegtuigticket.

Op de grote knooppunten van deze zakelijke routes blijken de budgetmaatschappijen dan ook veel minder druk op de ticketprijzen te kunnen uitoefenen dan men zou verwachten.”

De inkomsten zeggen echter niets over de winstgevendheid van de betrokken verbindingen.

Meer