Maakt het Europees Hof van Justitie een einde aan het visserij-verdrag tussen de Europese Unie en Marokko?

OPINIE – Vrijhandelsverdragen komen meer en meer in politiek vaarwater terecht. Dat is niet enkel het gevolg van de tegenstand tegen vrijhandel die er soms is in het Westen. Het komt ook doordat die verdragen meer en meer worden overladen met allerlei zaken die strikt genomen niets met het wegwerken van protectionistische handelsbelemmeringen hebben te maken.

Dan hebben we het niet enkel over het voornemen van de Europese Commissie om nog enkel handelsverdragen te sluiten met landen die het klimaatakkoord van Parijs ratificeren of het feit dat vaak allerlei bepalingen in verband met het soort standaarden en regulering of de aard van intellectuele eigendomsbescherming worden opgenomen die de verdragspartijen zouden dienen te volgen. Net dat laatste leidde tot veel protest in Europa in het geval van het voorgestelde handelsverdrag met de V.S. alsook het handelsverdrag met Canada, waarbij velen hun zorgen uitten over de vraag of de voorkeur zeker met betrekking tot voedselstandaarden in die landen wel dezelfde was als in Europa, al waren er natuurlijk heel wat overdrijvingen en hysterie. Die problemen zouden we allemaal niet kennen wanneer handelsverdragen geen standaarden bevatten maar enkel beogen om nationaal protectionisme te schrappen zonder wetgeving op dezelfde lijn te proberen te brengen, terwijl zo veel als mogelijk elkaars regelgeving als equivalent wordt beschouwd.

Europese Hof van Justitie begeeft zich op politiek vlak

Ook neemt de EU nu steeds mensenrechtenclausules op in overeenkomsten met niet-EU landen. Allemaal goedbedoeld, maar wie gaat dit beoordelen en hoe streng kan of moet men zijn? De vrijmaking van de wereldhandel in de voorbije halve eeuw heeft een paar miljard mensen uit de extreme armoede getild, wat ook ten goede is gekomen aan het niveau van de bescherming van de mensenrechten. Stel je voor dat dit niet was gebeurd omdat Europa geen handel wilde drijven met landen waar mensenrechtenschendingen plaatsvonden?

Nog een stap verder is dat het Europese Hof van Justitie in Luxemburg onderzoekt of bestaande verdragen tussen de EU en niet-EU landen wel het internationaal recht respecteren, waarbij vragen zoals zelfbestemming van volkeren en het al dan niet respecteren mensenrechten centraal staan. Dat is echter grotendeels een politieke, niet-juridische afweging, wat uiteraard heikel terrein is.

Melchior Wathelet, de Belgische advocaat-generaal van het Europese Hof van Justitie

Zo formuleerde de Belgische advocaat-generaal van het Europese Hof van Justitie, Melchior Wathelet Senior, in januari een niet-bindend advies over het zogenaamde Europees-Marokkaanse Partnerschapsakkoord over visserij uit 2005, dat binnenkort zou worden verlengd.


© Getty Images

Daarbij stelt hij dat dit akkoord tussen de EU en Marokko onwettig is, voorzover het op het gebied van de Westelijke Sahara en de aangrenzende wateren van toepassing is. Dit omdat het in strijd zou zijn met de verplichting van de Unie om bij haar externe optreden mensenrechten te beschermen en het internationaal recht te waarborgen. 

Eén van de redenen die Wathelet (Foto onder: eerste van links op de onderste rij) aanhaalt is dat de exploitatie van de visserijzones niet ten goede zou komen van de bevolking van de Westelijke Sahara, een zone ten zuiden van Marokko die door het land wordt bezet sinds 1975.


© ” Hof van Justitie van de Europese Unie”.

Desondanks concludeert een verslag voor de Europese Commissie dat verschillende regio’s in de Westelijke Sahara wel degelijk financiële steun ontvangen in het kader van deze partnerschapsovereenkomst. Volgens Wathelet is dat dus echter niet genoeg, waarbij hij stelt: “Slechts 35% van de financiële tegenprestatie is bestemd voor de Westelijke Sahara, waarbij er geen enkel bewijs is dat dit bedrag daadwerkelijk ten bate van de bevolking van de Westelijke Sahara wordt gebruikt.”

Op basis hiervan concludeert Wathelet dan dat “het zelfbeschikkingsrecht van de bevolking van de Westelijke Sahara” niet is gerespecteerd, en vissen in de zee ter hoogte van de Westelijke Sahara op basis van het desbetreffende Verdrag dus niet langer mogelijk mag zijn.

Het moet gezegd worden dat het hier slechts om een advies gaat van de man wiens taak het is het “algemeen belang” te verdedigen bij het Hof en dat het Europese Hof zelf nog een uitspraak moet doen, normaal gezien op 27 februari.


© Hof van Justitie van de Europese Unie

Achter de schermen mengt Algerije zich ook in de Westelijke Sahara, en gaat het hier dus om een gevoelig geopolitiek probleem, waarbij de EU Marokko al zo ver heeft kunnen krijgen om een zekere vorm van zelfbestuur te beloven.

Het is echter de vraag in welke mate het wenselijk is dat een rechtbank politieke overwegingen in zulke dossiers moet maken.

De belangen zijn enorm: er staan een half miljoen jobs op het spel

De belangen zijn groot. Indien deze overeenkomst met Marokko juridisch wordt getorpedeerd, is er heel wat economische schade, aangezien 90% van de visserij in Marokko ter hoogte van de Westelijke Sahara plaatsvindt en er indirect een half miljoen jobs van afhangen. Twee derde van de Marokkaanse export gaat richting Europese Unie, dus een verstoring van de relatie zou het al niet al te stabiele land kunnen ontwrichten. Ook voor de EU-landen is dit belangrijk. 120 schepen uit 11 verschillende EU-lidstaten zijn er actief.

Bovendien is Marokko ook een belangrijke partner in de strijd tegen illegale migratie en terrorisme. In de Westelijke Sahara zelf is er trouwens een probleem met de aanwezigheid van terroristen.

Het belang van een goede relatie met Marokko is natuurlijk ook één van de redenen waarom de Europese Commissie het visserij-akkoord gewoon wil vernieuwen, en tenzij het Europese Hof van Justitie daar een stokje voor steekt, lijkt dat ook de wens van een meerderheid van Europese lidstaten.


© Screenshot YouTube

De politisering van de vrijhandel

Melchior Wathelet senior is een Belgische ex-politicus, dus misschien mag het niet verbazen dat hij gretig opnieuw een politieke rol opneemt. Het moet in dat verband toch even worden vermeld dat zijn passage als Minister van Justitie niet echt glansrijk te noemen valt. In 1992 ondertekende hij de vervroegde vrijlating uit de gevangenis van Marc Dutroux, tegen het advies in van het parket. En daarvoor, in 1990, nam de Franstalige Christendemocraat Wathelet, een zogenaamde “intimus” van voormalig Premier Paul Vanden Boeynants, de – veel minder routineuze – beslissing om het onderzoek naar de “Bende van Nijvel” te centraliseren in Charleroi, waarbij de speurders in Dendermonde, die onder leiding stonden van onderzoeksrechter Freddy Troch, van het onderzoek werden gehaald, wat het deed verzanden. Allemaal een reden te meer om hem niet aan politiek te laten doen, wat ongetwijfeld ook niet de bedoeling was van de regering-Di Rupo toen hem die in 2012 voordroeg voor deze functie.

De tendens om internationale handelsovereenkomsten meer en meer te politiseren leidt er toe dat moeilijke politieke afwegingen moeten worden gemaakt, zoals over de vraag in welke mate men handelsakkoorden met autoritaire landen moet sluiten en wat te doen in geval van bezetting van een grondgebied. De politisering op zich is al een probleem, maar het doorschuiven van zo’n gevoelige afwegingen naar rechtbanken die niet over de legitimiteit beschikken om politieke beslissingen te nemen kan belangrijke handelsakkoorden in gevaar brengen. Met de geopolitieke gevolgen van dien.

De auteur Pieter Cleppe is directeur van het Brusselse kantoor van de denktank Open Europe

Meer