Waarom vrouwen sommige mannen knap vinden en andere niet

Wie zijn knappe mannen? En waarom vinden vrouwen sommige sommige mannen knap en andere niet? Het is een vraag die je jezelf misschien al eens hebt gesteld. De wetenschap tracht die nu ook te beantwoorden.

Volgens dokter Lisa DeBruine van de universiteit van Glasgow tonen vrouwen in landen waar de gezondheidsstatistieken te wensen overlaten een voorkeur voor mannen met masculiene kenmerken. In landen waar nog veel ziektes woekeren willen vrouwen gezonde nakomelingen produceren. Daarvoor zijn mannelijke kerels nodig. In landen met een betere hygiëne daarentegen maken minder masculiene mannen een betere kans op de huwelijksmarkt.

Knappe mannen? Niet gezondheid, wel geweld is de bepalende factor

Knappe mannen
EPA-EFE/Joédson Alves

Maar DeBruine’s collega Robert Brooks, van de Universiteit van New South Wales, kwam tot een andere conclusie. Hij wijst erop dat het niet de aan gezondheid gerelateerde factoren zijn die de voorliefde van vrouwen voor masculiene mannen verklaren. Wat dan wel? De concurrentie en het geweld onder mensen.

Hoe ruwer het milieu waarin een vrouw omgaat, hoe meer ze de voorkeur geeft aan macho-mannen. Omdat die de kroost beter kunnen beschermen tegen de boze buitenwereld. Brooks baseerde zich voor zijn studie op de Gini-coëfficiënt. Dat is een meeteenheid die wordt gebruikt om de inkomensongelijkheid in een land aan te geven.

Naarmate die coëfficiënt hoger ligt zullen mannen met een mannelijk uitzicht meer succes hebben bij het andere geslacht, voorspelde Brooks. En gelijk kreeg hij. Maar omdat in landen waar de inkomensongelijkheid groter is, vaak ook de gezondheidsstatistieken te wensen overlaten, wilde Brooks de oorzaak niet verwarren met het effect. Daarom nam hij ook de moordratio in die landen in zijn onderzoek mee. En ook daar bleek dat hoe meer moorden er in een land gepleegd werden (m.a.w hoe gewelddadiger een land was), hoe makkelijker vrouwen voor masculiene types kozen. (Wel waren deze cijfers minder uitgesproken dan die van het Gini-effect).

Geweldindicator verwatert, gezondheidsindicator niet

In een reactie stelde DeBruine nu dat Brooks één zaak over het hoofd had gezien. Naarmate de moordratio onder invloed van de gestegen welvaart in een land afneemt, wordt het voorspellend vermogen ervan verwaarloosbaar. Terwijl die van de gezondheidsindicator wel overeind blijft.

Met andere woorden: criminaliteit heeft slechts invloed op de keuze van een partner zolang een land arm blijft. Om haar bevindingen kracht bij te zetten deed DeBruine nog meer onderzoek. Ze vroeg 124 vrouwen en 117 mannen om 15 paar mannelijke en 15 paar vrouwelijke gezichten te beoordelen op aantrekkelijkheid. Elk paar foto’s was in die mate bewerkt dat een van beide foto’s eenzelfde man wat mannelijker afbeeldde dan de andere (wanneer het om een man ging) en wat vrouwelijker wanneer de foto een vrouw afbeeldde.

Knappe mannen? Symmetrie is bepalend

Knappe mannen?
Frazer Harrison/Getty Images

Symmetrie en de manier waarop het hoofd naar links of rechts was gebogen waren daarbij bepalend. Omdat symmetrie in een eerder ruwe omgeving wordt ervaren als een garantie op een betere lichaamsontwikkeling.

Vervolgens kregen de deelnemers beelden te zien die walging opriepen. Zoals een foto van een wit doek bevuild met iets wat leek op een lichaamsvloeistof, of een minder stuitende blauwe kleurstof. Walging wordt algemeen ervaren als een gevoel dat mensen verwittigt om weg te blijven bij niet-hygiënische plaatsen.

Wat gebeurde? De mensen die de meest walgelijke foto’s te zien kregen kozen in een tweede tijd voor de meest mannelijke mannen en meest feminiene vrouwen en de symmetrisch meest evenwichtige gezichten. Maar het werkte enkel voor het andere geslacht.  Wanneer ze de aantrekkelijkheid van de mensen van het eigen geslacht moesten aanduiden, hadden de foto’s met de walgelijke afbeeldingen geen invloed op de uiteindelijke keuze. Dat betekent volgens DeBruine dat hier seksuele selectie en niet een gewoon evolutionair mechanisme aan het werk is. DeBruine en Brooks geven toe dat meer onderzoek nodig is om tot finale conclusies te komen. Toch lijken ze toch tot een gedeelde conclusie te komen:

“Mannen die niet op George Clooney lijken, kunnen zich best in betere buurten ophouden.”