“Niet één kledingstuk dat u in een kledingcontainer stopt wordt gratis weggegeven”

Ook bij de inzameling van kleding neemt de privésector steeds grotere delen van de markt in. Terwijl de sector vaak als hulpverlening en liefdadigheid wordt bestempeld, wordt in realiteit met grote kapitalen gehandeld. Dat zeggen een aantal organisaties die een gedeelte van hun werking op de inzameling en verkoop van gedragen kledij baseren, maar steeds meer concurrentie ervaren van de privésector.

Voor een kilogram textiel wordt immers ongeveer 30 eurocent betaald. Wanneer datzelfde pakket echter wordt gesorteerd en in het commercieel circuit terecht komt, is er volgens de betrokkenen al snel sprake van een veelvoud.

Tewerkstelling

In de krant De Tijd wordt opgemerkt dat commerciële partijen steeds meer interesse tonen voor gedragen kleding. Naast traditionele organisaties zoals Wereldmissiehulp, Oxfam of De Kringwinkel, spitsen zich dan ook steeds meer privébedrijven toe op de inzameling van textiel.

Volgens de krant wordt daarbij ook geregeld gebruik gemaakt van namen die gemakkelijk tot verwarring kunnen leiden en het publiek vaak nog altijd de indruk laten met een caritatieve organisatie te maken te hebben. Dat heeft al tot een aantal protesten en conflicten geleid. Daarnaast zijn echter een aantal partijen die zich zonder meer aan illegale ophalingen schuldig maken.

Sommige gemeenten hebben het probleem proberen te beheersen door de benodigde vergunningen uitsluitend voor te behouden aan een aantal traditionele caritatieve partners. Die beslissing werd door de privé sector echter met succes voor de rechtbank aangevochten omdat was nagelaten een openbare aanbesteding uit te schrijven.

Coberec, de Belgische federatie van recuperatiebedrijven, wijst erop dat het beleid van de betrokken gemeenten een sector met een jaaromzet van 140 miljoen euro en meer dan duizend werknemers – waaronder vaak laaggeschoolde arbeidskrachten – bedreigde. Het systeem zorgt er echter voor dat de sociale economie uit de markt wordt weggeconcurreerd. Privébedrijven zijn immers bereid om gemeenten te betalen voor het plaatsen van textielcontainers.

Europese wetgeving

Onder meer De Kringwinkel erkent tegenover De Tijd dat zijn werking door deze evolutie wordt bedreigd. De sociale economie kan eventueel wel gebruik maken van de Europese wetgeving op de voorbehouden concessie, waarbij aan de toekenning van contracten door de overheid met bepaalde criteria rekening kan worden gehouden. Over de voorwaarden heerst er volgens De Tijd echter nog onduidelijkheid, waardoor privé bedrijven zich vaak toch kunnen inschrijven.

In Vlaanderen wordt per hoofd van de bevolking ongeveer acht kilogram gedragen kledij weggegeven. Bij initiatieven zoals De Kringloopwinkel wordt ruim een kwart van de voorraden in de eigen winkels verkocht. De rest wordt verkocht of gerecycleerd of komt bij het restafval terecht. In de privésector ligt het hergebruik echter gevoelig hoger. Een aantal modewinkels heeft zich zelfs in de verkoop van tweedehands kledij gespecialiseerd. Coberec merkt op dat de beste kwaliteit meestal naar Oost-Europa gaat, terwijl de rest in ontwikkelingslanden wordt verkocht. Textiel dat niet verder als kledij kan worden gebruikt, komt in het recyclage-circuit terecht.

Meer