Noors investeringsfonds gaat olie en gas dumpen

Het Oljefondet, het Noorse staatsinvesteringsfonds, zal een groot deel van zijn belangen in de exploratie en productie van olie en gas verkopen. Daarmee wil het investeringsfonds zijn blootstelling aan fossiele brandstoffen beperken. Dat heeft de Noorse regering aangekondigd. Dankzij de petrodollars is het Oljefondet nochtans tot het grootste staatsinvesteringsfonds van de wereld uitgegroeid.

De beslissing is uitsluitend gebaseerd op financiële overwegingen en weerspiegelt geen ecologische motieven. Dat echter een belegger met een waarde van meer dan 1 biljoen dollar een dergelijke beslissing neemt, wordt als een grote klap voor de industrie van de fossiele brandstoffen bestempeld.

Upstream

Noorwegen is de grootste producent van olie en gas van West-Europa. De Noorse regering benadrukte dat de maatregelen specifiek gericht is op de exploratie en productie van de fossiele brandstoffen. De breder gediversifieerde energiesector blijft buiten schot. De beslissing heeft dan ook alleen betrekking op bedrijven die in upstream-activiteiten zijn gespecialiseerd.

Geviseerd zijn onder meer het Amerikaanse Chesapeake, het Canadese Encana, het Franse Maurel, het Britse Tullow en China National Offshore Oil Corporation (Cnooc).Bedrijven die betrokken zijn bij downstream-activiteiten, zoals distributie en raffinage, worden ongemoeid gelaten. Onder meer ExxonMobil, Shell, British Petroleum (BP) en Total kunnen dan ook in de portefeuille van het Oljefondet blijven.

“Het doel is om de blootstelling van de Noorse rijkdom aan een mogelijke permanente daling van de olieprijs te verminderen,” motiveerde Siv Jensen, Noors minister van financiën, de maatregel. Jensen benadrukte dat de maatregel niet mag worden geïnterpreteerd als een gebrek aan vertrouwen in de toekomst van de oliesector. De minister merkte op dat olie en gas nog vele jaren een belangrijke en belangrijkste industrie in Noorwegen zullen zijn.

Het Oljefondet had eind vorig jaar een vermogen van ongeveer 37 miljard dollar in olie en gas belegd. De maatregel zou betrekking hebben op een volume van 7,5 miljard dollar. Het voorstel moet nog wel door het parlement worden goedgekeurd. Dat zou echter geen problemen opleveren.

Het voorstel volgt op een aanbeveling van de Noorse centrale bank twee jaar geleden. De instelling is de beheerder van het fonds. “De maatregel moet de blootstelling van de staatskas aan een scherpe daling van de olieprijzen, zoals vijf jaar geleden, beperken,” aldus de Noorse centrale bank. Olie en gas vertegenwoordigen bijna 20 procent van de inkomsten van de Noorse staat. De activiteiten nemen ook bijna de helft van de Noorse export voor hun rekening.

Milieubeweging

Voor de milieubeweging is de nieuwe positie van Noorwegen een duidelijke overwinning. “Wanneer het Noorse parlement het voorstel goedkeurt, zal een ware schokgolf door de energiesector gaan,” zegt Yossi Cadan van 350.org, een organisatie die zich bezighoudt met de strijd tegen de klimaatverandering.

“Dit betekent het einde van de illusie dat de sector van de fossiele brandstoffen nog tientallen jaren goede zaken zal kunnen doen. Het besluit zal voor alle beleggers een rode vlag betekenen. Zij zullen beseffen dat hun belangen in olie en gas steeds meer risicovol zullen zijn en moreel onhoudbaar blijken.”

De beslissing is ook belangrijk omdat ook andere beleggers de posities van het Oljefondet nauwlettend in de gaten houden. “Wanneer een van de grootste investeerders ter wereld concludeert op een veilige manier een hoog rendement te kunnen behalen door zijn blootstelling aan olie en gas te verminderen, nemen ook andere beleggers nota,” waarschuwt Jan Erik Saugestad, hoofd vermogensbeheer bij de Noorse verzekeraar Storebrand.

Het Oljefondet heeft zich eerder al uit de steenkoolindustrie – zowel om ecologische als financiële redenen – teruggetrokken.

Meer