Noorwegen vecht tegen ‘petro-holisme’

Noorwegen zal zijn afhankelijkheid van de oliewinning – die het land nochtans een gigantische rijkdom heeft bezorgd – moeten verminderen. Het land moet immers zijn verantwoordelijkheid opnemen.

Dat heeft Erna Solberg, die met haar conservatieve partij Høyre tijdens de voorbije parlementsverkiezingen een nipte overwinning behaalde, gezegd. Een fundamentele verschuiving lijkt de volgende jaren volgens waarnemers echter niet waarschijnlijk. Er moeten immers coalitiegesprekken worden gevoerd met partijen die uiteenlopende visies tegenover de oliesector tentoon spreiden. Bovendien is het voor Noorwegen niet gemakkelijk een alternatief te vinden dat evenveel inkomsten zou genereren. De oliewinning heeft van Noorwegen een bijzonder rijke natie gemaakt. Het Oljefondet, het Noorse staatsfonds dat door de inkomsten uit de petroleumproductie wordt gefinancierd, heeft inmiddels een waarde van 1 biljoen dollar. In de aanloop naar de verkiezingen gingen echter steeds meer stemmen op om de activiteiten van de petroleumsector te beperken. Onder meer de ecologische partij wierp op dat nieuwe exploraties zouden moeten worden verboden. Die eis werd naar voor gebracht als ultimatum voor een eventuele steun aan de nieuwe Noorse regering. Ook werd geëist dat de Noorse oliewinning over een periode van vijftien jaar volledig zou worden afgebouwd.

Zeevruchten

De petroleumindustrie vertegenwoordigt 22 procent van het Noorse bruto binnenlandse product. Door de crisis in sector zijn de voorbije jaren op de Noorse arbeidsmarkt echter 50.000 banen verloren gegaan. Die problemen hebben tegelijkertijd ook duidelijk gemaakt van Noorwegen op zoek moet naar alternatieve inkomsten. Waarnemers merken echter op dat het niet gemakkelijk zal blijken om een andere andere economie op het getouw te zetten. Er is al wel vaag gewag gemaakt van duurzame energie en de teelt van zeevruchten, maar er wordt opgemerkt dat geen enkele activiteit de grote inkomstenstroom uit het olietijdperk zal kunnen evenaren. Voorlopig lijkt de hoogdringendheid van een economische verschuiving volgens Erik Bruce, econoom bij de bank Nordea, echter afgewend. De Noorse economie heeft tijdens de eerste twee kwartalen immers telkens een groei met 0,7 procent laten optekenen. “De oliecrisis is over,” aldus Bruce. “De problemen bleken uiteindelijk niet zoveel te kosten als oorspronkelijk werd gevreesd. De conversie van olie naar nieuwe activiteiten zal daardoor wellicht kunnen worden vertraagd.” Ook de tegenvallende steun van de bevolking voor de ecologische partij is volgens waarnemers in Noorse oliekringen op een zucht van opluchting onthaald. Bij een enquête eind augustus bleek dat 70 procent van de Noorse bevolking de productie van olie en gas zou willen verder zetten. Slechts 16 procent zou de sector helemaal willen afbouwen. (mah)