Nu bevestigt ook de OESO: iedereen werkt, niemand verdient de kost

61%. Dat is het deel van de bevolking tussen de 15 en 74 jaar van de 35 OESO-landen dat vandaag aan het werk is. Dat is goed nieuws, want het was van voor het begin van de financiële crisis in 2007 (60,8%) geleden dat er nog zo veel mensen aan de slag waren. Toch is gejuich misplaatst, want de arbeidsmarkt zit gevangen in een enorme paradox, bevestigt nu ook de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling.

De polarisatie van jobs in de OESO-landen

Ondanks deze vooruitgang blijft de frustratie bij de bevolking in de OESO-landen enorm. Daar is een eenvoudige, maar niet makkelijk te overkomen reden voor:

Aan de ene kant komen er meer jobs bij voor laaggeschoolden (rood); aan de andere kant zijn er nog meer jobs voor extreem hooggeschoolden (geel). De grote massa bevindt zich echter waar het pijn doet: ergens tussen beide in (oranje).

Economische wetmatigheden gaan niet langer op

Dat heeft uiteraard gevolgen voor de salarissen, want hoewel steeds meer mensen aan het werk zijn, nemen de salarissen niet toe. In normale omstandigheden moeten werkgevers die op zoek gaan naar schaarser wordend personeel deze mensen beter gaan betalen. Maar dat gebeurt dus niet, tot grote frustratie van de centrale banken, die niet weten hoe dit aan te pakken. Opmerkelijk is dat ook landen als de VS, Japan (2,8% werkloosheid) en het VK – die tegen ‘full employment’ aanschurken – met hetzelfde probleem opgescheept zitten.

Wie op school leerde dat volledige tewerkstelling de lonen de hoogte in jaagt en de inflatie aanwakkert mag nu ook dat regeltje uit de cursus ‘Economie’ schrappen.

Waarom de lonen niet stijgen? Omdat de markt evolueert naar minder gekwalificeerde jobs (denk Uber, Deliveroo,…), die meer flexibiliteit, maar minder kennis vergen. De zogenaamde ‘gig economy’…

Waarom is dit belangrijk?

De wedloop naar productiviteit en rentabiliteit neemt bij de grote internationale bedrijven een steeds hogere vlucht. Maar een kenmerk van sectoren die door disruptie worden dooreengeschud is dat de prijzen dalen (denk Uber, Airbnb, Amazon, de media). Lagere prijzen stroken dan weer niet met hogere lonen. Een zoveelste gevolg van de technologische revolutie die onze economieën transformeert en ook gevolgen zal hebben op politiek vlak.