Ontwikkelingshulp bleef ook vorig jaar onder verhoopte niveau

Rijke landen hebben het voorbije jaar 149,3 miljard dollar ontwikkelingshulp betaald. Dat betekende een daling met 2,7 procent tegenover het jaar voordien. Dat staat in een rapport van het Development Assistance Committee (Dac) van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (Oeso). De onderzoekers merken op dat achter de daling verschillende redenen schuil gaan.

In Europa ging minder geld naar de opvang en hulp aan vluchtelingen. Bovendien bleek dat Rusland en de Verenigde Staten hun budgetten voor ontwikkelingshulp met respectievelijk 14 procent en 5 procent afbouwden. De Verenigde Staten blijven wel de belangrijkste donor van de wereld.

Vluchtelingen

“Toen de wereldwijde vluchtelingenstromen vorig jaar grotendeels stil vielen, daalde ook de hulp van de rijke landen,” zegt het rapport. “De donaties lieten daarmee voor het tweede jaar op rij een inkrimping optekenen. Dat belemmert echter de inspanningen om de wereldwijde armoede te beëindigen.”

De terugval was vooral te wijten aan een daling met 28 procent van de uitgaven voor de opvang en verwerking van vluchtelingen. Daarvoor bleek vorig jaar een budget van 10,6 miljard dollar nodig. Europa heeft het voorbije jaar 116.000 vluchtelingen en immigranten ontvangen. Dat is het laagste niveau sinds de piek in het midden van dit decennium. Toen werden nog meer dan één miljoen aankomsten opgetekend.

“Indien de wereld zijn doelstellingen voor duurzame ontwikkeling wil realiseren, moeten de rijke landen hun hulpbudgetten sterk verhogen,” waarschuwt Angel Gurria, secretaris-generaal van de Oeso. Deze doelstellingen werden vier jaar geleden tussen de lidstaten van de Verenigde Naties afgesproken. Daarvoor zouden de lidstaten minstens 0,7 procent van hun bruto binnenlandse product aan ontwikkelingshulp moeten uitgeven. Die doelstelling zou ongeveer 3 biljoen dollar per jaar kosten.

Alarmerend

“Wanneer de steun aan vluchtelingen uit de berekening wordt gehaald – gedeeltelijk omdat er minder aankomsten van migranten zijn – zou het totale steunbedrag ongewijzigd blijven,” benadrukt Yasmin Ahmad, statistisch specialist bij de Oeso. “Maar ook dan blijven de cijfers alarmerend.”

“De resultaten tonen immers aan dat de meeste donoren niet echt voldoend aan de toezeggingen die ze midden dit decennium hadden gedaan. Daarbij was beloofd de hulp op te trekken. De conclusies van het rapport doen dan ook ten sterkste twijfelen dat de wereld de doelstellingen voor duurzame ontwikkelingen tegen het einde van volgend decennium zal kunnen halen.”

Uit de cijfers blijkt dat slechts vijf van de dertig grote donors van het Development Assistance Committee het voorbije jaar minstens 0,7 procent van hun nationaal inkomen aan ontwikkelingshulp hebben uitgegeven. Alleen Denemarken, Luxemburg, Noorwegen, Zweden en Groot-Brittannië haalden immers het gevraagde niveau.

“Het is hemeltergend dat zoveel wereldleiders zich nog steeds afkeren van mensen die volledig aan de grond zitten en geen enkele mogelijkheid hebben om aan de armoede te kunnen ontsnappen,” zegt Clair Godfrey, beleidsverantwoordelijke bij de Britse ontwikkelingskoepel Bond. “”Armoede, ongelijkheid, klimaatverandering en onrechtvaardigheid zullen wereldwijd alleen maar toenemen, tenzij andere politieke leiders op de boot springen.”

De lidstaten van het Development Assistance Committee besteedden het voorbije jaar slechts 0,31 procent van hun gecombineerde bruto nationaal inkomen aan ontwikkelingshulp. Dat betekende een status-quo tegenover het jaar voordien. Met een bedrag van 34,3 miljard dollar bleven de Verenigde Staten ook het voorbije jaar de grootste donor. Daarna volgen Duitsland, Groot-Brittannië, Japan en Frankrijk.

Meer