Politiek past zich aan sociale media aan eerder dan omgekeerd

Politici hebben er alle belang bij dat sociale media blijven wat ze vandaag zijn: platforms die toelaten tegen lage kostprijzen een hyperspecifiek publiek bereiken, terwijl eisen rond transparantie nagenoeg onbestaande zijn.

Eurocommissaris voor Justitie V?ra Jourová vraagt de Amerikaanse techbedrijven alles in het werk te stellen opdat de Europese verkiezingen van 2019 op een faire manier kunnen verlopen. Volgens Jourová moeten die bedrijven tegenmaatregelen nemen om de toevloed aan gemanipuleerde informatie te bestrijden. Een aantal Europese regeringen heeft zelf al maatregelen uitgevaardigd. Toch lijkt het er op dat politici zich aan sociale media aanpassen en niet omgekeerd.

In Frankrijk gaat de overheid beslissen wat waar is en wat niet

Uitzondering op die regel is Frankrijk, dat vorige week een wet heeft goedgekeurd die ‘fake news’ kan stopzetten door een snelle interventie van justitie. Maar er is veel kritiek op de wet, omdat een rechter dan op 48 uur tijd moet beslissen over een zaak die enkel door een team van experts kan worden uitgeplozen. Erger nog. Indien de rechter weigert die verantwoordelijkheid te nemen, geeft hij bijkomende geloofwaardigheid aan een bericht, dat achteraf toch fout kan blijken.

Dat de overheid dus gaat beslissen wat goed en fout is, blijft een laakbaar uitgangspunt. Facebook zelf dan maar? Ook bedenkelijk. In Silicon Valley zijn duizenden mensen elke dag opnieuw in de weer met het deleten van posts. Ze worden verondersteld dat te doen zonder politieke argumenten, maar gewoon op basis van overtredingen tegen de regels die Facebook zelf heeft opgesteld. Het bedrijf verkiest daarbij meningsuiting boven waarheid, snelheid boven perfectie en schaalgrootte boven veiligheid. Die methode word geïmplementeerd door een groep anonieme werknemers, die niemand kent en nooit op het voorplan treden. Maar het zijn deze mensen die vandaag voor scheidsrechter spelen op ‘s werelds grootste platform voor politieke debatten. 

Mensen sterven en verliezen hun jobs door Facebook

Uit recent onderzoek blijkt dat via Facebook verspreid ‘fake news’ tot geweld en politieke onrust heeft geleid in India, Duitsland, de Filippijnen, Myanmar en Libië. Mensen sterven en verliezen hun jobs door de leugens en haat die online wordt verspreid.

Maar de politiek slaagt er maar niet in de zaak op orde te krijgen. Toen Mark Zuckerberg, de baas van het in schandalen verdrinkende sociale netwerk, zich eerder dit jaar moest verantwoorden voor het Europees Parlement  en het Amerikaanse Congres waren voldoende achterpoortjes ingebouwd omdat men hem het leven zeker niet moeilijk zou maken. Wanneer dat wel het geval dreigt te worden, stuurt Zuckerberg liever iemand anders.

Politiek vrijt Zuckerberg liefst op

Wat door neofieten in de Amerikaanse politiek verondersteld werd een serieuze test te worden voor Mark Zuckerberg, werd uiteindelijk een blamage voor een reeks politici, die uitblonken in het demonstreren van een verontrustend en totaal gebrek aan kennis inzake technologie. Niet een van de politici die hem aan de tand voelden slaagde er in een ontwerp van toekomstige regelgeving te formuleren.

Kenmerkend voor de algemene politieke malaise waar het sociale media betreft was dan weer het gedrag van de Zweedse Cecilia Wikström in het Europees Parlement.  Amper was de zitting door de ontstellend zwakke voorzitter Tajani gesloten verklaard of Wikström, die werd verondersteld Zuckerberg aan de tand te voelen,  repte zich nog snel naast de Amerikaan voor een selfie voor het nageslacht, die ze onmiddellijk op Twitter plaatste.


© EPA

Facebook is goud voor de politiek

Politici passen zich dus liever aan Facebook aan dan dat ze Facebook dwingen om zich aan de politiek aan te passen. Dankzij Facebook kan men immers tegen lage kostprijzen een hyperspecifiek publiek bereiken, terwijl eisen rond transparantie nagenoeg onbestaande zijn. Alle partijen beseffen het belang van het sociale netwerk als een platform voor politieke reclame en als laboratorium waar boodschappen voor diverse groepen kiezers kunnen worden uitgetest en ontwikkeld.

In Spanje heeft het parlement recent zelfs een wet goedgekeurd die politieke partijen toelaat de kiezer te spammen op basis van diens online browsergeschiedenis. Volgens het Spaanse Platform voor de Verdediging van de Vrijheid van Informatie biedt de nieuwe wetgeving aan de politieke partijen de kans zich met ideologische profilering in te laten.

Haat als businessmodel

Vraag blijft wat onze kleinkinderen binnen 50 jaar zullen denken over wat we vandaag voor hen hebben beslist. Sociale media beginnen stilaan maar zeker een enorme maatschappelijke tol te eisen. Uit een recente studie van de universiteit van Californië blijkt dat jongeren zich onder impuls van sociale media steeds eenzamer beginnen te voelen. Eenzaamheid komt met een prijs en die lijkt met elke generatie te worden opgedreven. Eenzaamheid maakt bang en boos en vraagt om compensatie. Die compensatie komt er dan vaak in de vorm van geradicaliseerde ideeën en uitspraken, verkeersagressie en extreem (stem-)gedrag. Steeds meer mensen voelen zich verlaten in de sociale mediamassa, die glimlachend, vrolijk en met duizenden ‘likes’ en ‘followers’ door het leven gaat. En die mensen willen dat iemand daarvoor een prijs betaalt. Zolang de commerciële belangen van de sociale media voor de belangen van de democratie komen en sociale media politici toelaten om van haat hun businessmodel te maken moet hier weinig kentering in worden verwacht.

Meer