Publiek verwacht dat email sociale platformen overleeft

Slechts weinig consumenten zijn van oordeel dat communicatie-kanalen zoals Pinterest en Linkedin over tien jaar nog altijd operationeel zullen zijn, maar volgens de meesten zal email op dat ogenblik nog altijd een grote populariteit genieten.

Dat blijkt uit een onderzoek van het bedrijf Mailjet bij een groep gebruikers in Frankrijk en Groot-Brittannië. Vastgesteld werd dat 41 procent van de ondervraagden ervan overtuigd is dat email over tien jaar nog altijd operationeel zal zijn, gevolgd door Facebook en messaging-applicaties zoals Whatsapp (26 procent). Voor Pinterest en Linkedin vallen die cijfers echter terug tot amper 11 procent. Ook Snapchat zal slechts volgens 14 procent nog zeker tien jaar overleven. “Jongere initiatieven zoals Snapchat genieten op dit ogenblik bij een aantal demografieën een grote populariteit, maar email blijkt over een blijvende kracht te kunnen beschikken,” betoogt Josie Scotchmer, marketing manager bij Mailjet.

Relevantie

“Nieuwere platformen worden door het publiek eerder beschouwd als voorbijgaande trends dan als een communicatiemiddel dat over een lange periode zal worden gebruikt.” “Naarmate email evolueert om onder meer met responsive design en personalisering maximaal op de behoeften van de consumenten in te spelen, biedt email aan merken mogelijkheden tot innovatie, zodat het publiek op een directe manier kan worden bereikt met bijzonder doelgerichte en relevante boodschappen,” benadrukt Scotchmer. Wanneer naar de reclame-activiteit op de onderscheiden platformen wordt gekeken, blijkt dat de consument zich vooral stoort aan irrelevante boodschappen. Tevens kan worden vastgesteld dat 37 procent verlangt dat merken in hun communicatie met de consument gebruik maken van productvideo’s. In de leeftijdsgroep tussen zestien en negenentwintig jaar loopt dat cijfer op tot 52 procent, tegenover 21 procent bij zestigplussers. In de categorie tussen zestien en negenentwintig jaar verlangt 24 procent bovendien dat merken gebruik maken van interactie reclameboodschappen, tegenover 12 procent in de groep tussen vijfenveertig en negenenvijftig jaar en amper 8 procent bij de zestigplussers. (mah)