Puigdemont had de keuze uit 4 landen en koos niet voor België omdat Brussel de zogenaamde hoofdstad van de EU is

Dat de voormalige Catalaanse leider Carles Puigdemont naar België vluchtte, berust allerminst op toeval, maar maakte deel uit van een zorgvuldig uitgedokterd plan. Dat schrijft de Spaanse krant El Paìs op basis van bronnen die aan het plan hebben meegewerkt. Het document werd op 28 oktober opgesteld door een team van juristen. Daags nadien zou de Catalaanse leider op enkele uren tijd een beslissing nemen. Zondag 29 oktober is de dag waarop bekend raakte dat Spanje Puigdemont en zijn collega-ministers zou aanklagen wegens rebellie en het schenden van de Spaanse grondwet.

De voormalige burgemeester van Gerona had de keuze uit 4 landen: België, Nederland, Duitsland en het Verenigd Koninkrijk. Volgens zijn adviseurs waren dat de 4 landen waar hij a priori de beste kansen maakte eens de legale strijd op gang zou komen.

Het Verenigd Koninkrijk viel al snel af, omdat het niet tot de Schengenzone behoort en Puigdemont zich bij de grens zou moeten identificeren. Ook kon het land niet per auto worden bereikt.

Duitsland viel als tweede af en wel om een speciale reden. De Spaanse premier Mariano Rajoy weigert sinds 13 oktober om de Duitse schrijver van Turkse origine Dogan Akhanli uit te leveren aan Ankara. Gevreesd werd dat Angela Merkel wel eens bereid zou kunnen worden gevonden om Rajoy een wederdienst te bewijzen en hem Puigdemont uit te leveren.

Vlaanderen ‘sympathiek’ ten opzichte van de Catalaanse zaak

In het document bleven uiteindelijk nog België en Nederland als voorkeursbestemmingen over. Welke van beide de Catalaanse leider uiteindelijk zou kiezen, maakte volgens de adviseurs weinig uit. Zowel ons land als Nederland staan bekend om hun traditie van verwelkoming.

Volgens de Spaanse krant viel de keuze van Puigdemont uiteindelijk op België en wel om ‘politieke redenen’. Niet zozeer omdat Brussel vaak als de hoofdstad van Europa wordt aangeduid, maar wel omdat ‘de Vlaamse gemeenschap sympathiek staat tegenover de Catalaanse zaak’. Daardoor zou Puigdemont het makkelijker krijgen ‘om binnen België een gunstig imago te creëren’.

Ook het feit dat de gerechtelijke instanties zou kunnen worden gevraagd om de zaak in het Nederlands te bepleiten, eerder dan in het Frans, bleek een pluspunt in de keuze. Op die manier kon tijd worden gewonnen, want de regering in Madrid zou om begrijpelijke redenen een voorkeur voor de Franse taal tonen.