Traumatechnieken blijken ook werkzaam tegen burnout

Een burnout weegt niet alleen op de persoonlijke gezondheid, maar betekent ook voor de economie een grote kostenpost. Maatregelen om het probleem en zijn impact te beperken, kunnen dan ook aanzienlijke baten opleveren. Elke Van Hoof, professor psychologie aan de Vrije Universiteit Brussel, zegt dat elementen uit de traumatherapie bij het bestrijden van burnouts bijzonder goede resultaten kunnen opleveren.

Haar onderzoek toonde dat het merendeel van de slachtoffers dankzij de traumatherapie na enkele tijd opnieuw aan het werk kon. Bovendien bleek ook de duur van het ziekteverlof sterk te zijn ingekort.

Onevenwicht

Een trauma door een aanslag of een overval lijkt weinig gelijkenissen met een burnout te hebben,” zegt professor Van Hoof. “Maar toch blijken veelgebruikte psychologische technieken voor traumatherapie ook heel erg effectief bij de behandeling van burnout.”

“In mijn praktijk merkte ik dat er bij patiënten met burnout net zoals bij trauma-patiënten een onevenwicht is ontstaan tussen het gevoel en het logisch redeneren. De slachtoffers weten objectief wel dat ze het rustiger aan moeten doen en niet bang hoeven te zijn. Dat komt echter niet overeen met hun emoties. Traumatechnieken kunnen die balans weer in evenwicht brengen.”

Uit een onderzoek bij honderd patiënten bleek dat 70 procent van de slachtoffers van een burnout na een behandeling met traumatherapie weer opnieuw aan de slag konden gaan. Gemiddeld was na 92 dagen een werkhervatting mogelijk. Uit Nederlands onderzoek bleek dat bij een burnout gemiddeld op een afwezigheid van 189 dagen zou moeten worden gerekend.

“Uit cijfers van Idewe blijkt dat de kans op werkhervatting verder afneemt naarmate de werknemer langer thuis blijft,” benadrukt professor Van Hoof. “Na drie tot zes maanden gaat amper de helft van de Vlamingen opnieuw aan de slag. Na een jaar daalt de werkhervatting zelfs tot 20 procent.”

De wetenschapster benadrukt dat een zieke werknemer volgens ramingen tot 1.000 euro per dag kan kosten. Momenteel blijven meer dan 136.000 Belgen op het werk wegens een mentale aandoening langdurig afwezig. Volgens Elke Van Hoof kan de juiste therapie per zieke werknemer een besparing van 100.000 euro opleveren.

Zelfde baan en werkgever

Professor Van Hoof wijst erop dat een derde van de herstelde patiënten opnieuw voltijds aan het werk gaat. Iets minder dan de helft van de betrokkenen kiest voor een deeltijdse baan. Een stelselmatige werkhervatting moet volgens de wetenschappers alvast een streven zijn.

“Werk maakt deel uit van het herstel,” benadrukt de wetenschapster. “Uit het onderzoek blijkt duidelijk dat een directe focus op werk geen barrière vormt voor de behandeling, maar integendeel zeer goede resultaten oplevert. Het is immers bijzonder belangrijk om opnieuw zingeving te vinden.”

“Men kan niet volledig herstellen wanneer men zich niet nuttig voelt,” beklemtoont Elke Van Hoof. “Daarom behandelen wij in eerste instantie de werkonbekwaamheid. Eerst wordt er gestreefd naar een stabilisering. Pas daarna gaan we het probleem analyseren, wanneer de patiënt zelf mee oplossingen kan helpen zoeken.”

De meeste patiënten blijken ook naar hun vroegere werkgever terug te keren. Nochtans zou men verwachten dat na een burnout vooral naar een nieuwe carrière wordt uitgekeken. “Indien de werknemer de geschikte instrumenten krijgt om met situaties om te gaan, is het perfect mogelijk om naar dezelfde baan en dezelfde werkgever terug te keren,” verduidelijkt professor Van Hoof echter.

Minder dan 1 procent van de patiënten die Elke Van Hoof de voorbije twee jaar behandelde, kende een herval. Dat gebeurde volgens de wetenschapster om redenen die buiten de controle van de medewerker of de hulpverlener vielen.

Meer