Vierde olieproducent ter wereld gaat benzine rantsoeneren

Wie in Iran wil tanken zal dat voortaan enkel nog kunnen als hij daarvoor met een elektronische benzinekaart kan betalen.

De Iraanse overheid wil op die manier de smokkel van benzine naar naburige landen voorkomen. De aankoop van benzine wordt in de Islamitische Republiek zwaar gesubsidieerd. Een liter benzine kost er minder dan 7 eurocent per liter. 

Maar die lage prijzen hebben geleid tot een bloeiende smokkelhandel. De 80 miljoen Iraniërs kopen volgens het Iraanse persagentschap gemiddeld 90 miljoen liter benzine per dag. Daarvan wordt volgens dezelfde bron 10 tot 20 miljoen liter per dag het land buiten gesmokkeld.

Instorting Iraanse rial heeft smokkel doen toenemen

De voorbije maanden is die smokkel enkel toegenomen, nadat de Iraanse rial instortte en de Verenigde Staten het nucleair akkoord, dat in 2015 door de belangrijkste wereldmachten was goedgekeurd, opnieuw opzegden.

Het gros van die benzine verdwijnt richting de Pakistaanse grens, waar benzine 10 keer duurder is en diesel zelfs 40 keer meer kost.

De les van 2007

In 2007 had Iran een eerste keer benzinekaarten geïntroduceerd in een poging de subsidies af te bouwen. Toch bleef de aankooplimiet toen aanzienlijk. Een chauffeur kon dagelijks nog altijd 180 liter tanken. Bewijs dat de Iraniërs enkel de grote smokkelaars wilden treffen. Maar grote rellen braken uit en de kaart was geen lang leven beschoren.

Het staatsbedrijf National Iranian Oil Products Distribution Company geeft chauffeurs nu drie weken de tijd om zich te registeren voor de elektronische betaalkaart, die de aankoop van benzine moet beperken.

Welke de nieuwe limiet zal zijn moet nog worden aangekondigd, maar zal volgens het bedrijf ‘toelaten de smokkel tegen te gaan’. Verder is er voorlopig geen sprake van prijsstijgingen, staat in een communiqué te lezen.

Prijsverhoging in 2019?

Eerder deze maand had de minister van Olie Bijan Namdar Zanganeh nochtans gezegd dat een prijsverhoging in 2019 tot de mogelijkheden behoort. Een gedurfde uitspraak in een land dat er prat op gaat over de op drie na grootste oliereserves ter wereld te beschikken.

Meer