Waarom groeit onze economie trager dan de Nederlandse of de Duitse?

Wanneer naar de relatief bescheiden economische groei van België wordt gekeken, moet vooral de overheid met de vinger worden gewezen. Dat zegt Geert Gielens, hoofdeconoom van de bank Belfius, in de Nederlandse zakenkrant Financieele Dagblad.

Uit ramingen van de Nationale Bank van België blijkt dat de Belgische economie dit jaar een groei met 1,7 procent zal kennen, terwijl de eurozone een gemiddeld groeicijfer van 2,4 procent zou laten optekenen. Ook volgend jaar zou de Belgische economie op datzelfde groeitempo verder gaan, terwijl in de eurozone nogmaals een toename met 2,3 procent zou kunnen worden verwacht. Het Belgische bedrijfsleven kan volgens de hoofdeconoom van Belfius moeilijk voor de trage groei verantwoordelijk worden gesteld. “Gielens zegt de samenstelling van de groei van het bruto binnenlands product in België, Nederland en Duitsland te hebben onderzocht en de conclusie te hebben getrokken dat de impulsen vanuit de bedrijfsinvesteringen in de drie landen vergelijkbaar zijn,” aldus het Financieele Dagblad. Het probleem kan volgens de econoom dan ook niet aan het bedrijfsleven worden toegeschreven. Daarentegen is volgens hem in België vooral de overheid verantwoordelijk voor een achterblijvende groei.

Frankrijk

Daarbij moet volgens Gielens worden gewezen naar de starre arbeidsmarkt, de trage loonontwikkeling, de hoge inflatie en de zwakke overheidsfinanciën. Gielens voert onder meer aan dat België zijn loonstijgingen beperkt probeert te houden, zodat zijn economie tegenover het buitenland een sterkere concurrentiekracht zou kunnen uitbouwen. Tegelijkertijd moet worden vastgesteld dat de werkzaamheidsgraad in België lager ligt dan in buurlanden zoals Nederland of Duitsland. Daardoor neemt ook de koopkracht en de consumptie volgens Gielens in België minder snel toe dan in Nederland of Duitsland. Tegelijkertijd wijst de econoom ook op begrotingsproblemen. In België bedraagt de staatsschuld nog altijd meer dan 100 procent van het bruto binnenlandse product. Bovendien moet het land afrekenen met aanhoudende budgettekorten. Er moet dan ook een zuinig beleid worden gevoerd, waardoor de overheidsuitgaven eveneens een langzamere groei kennen. In Duitsland en Nederland is de sanering van de begroting al achter de rug, waardoor opnieuw een grotere ruimte voor investeringen is ontstaan. Door de verkiezingen de volgende twee jaar zullen fundamentele veranderingen volgens Gielens bovendien naar de verdere toekomst worden verschoven. België situeert zich volgens het Financieele Dagblad op het gebied van economische groei eerder op het niveau van Frankrijk. “Een buurland dat al sinds lang een notoir zwakke economie heeft,” aldus de Nederlandse krant.