Waarom hebben we nog geen geneesmiddel voor een eenvoudige verkoudheid?

Tegen een groot aantal bedreigende ziektes heeft de mens met geneesmiddelen een verdedigingsmuur kunnen bouwen, maar een efficiënt wapen tegen de gewone verkoudheid kon men nog steeds niet vinden. Men komt stilaan wel dichter bij een oplossing, maar er blijven nog altijd een aanzienlijk aantal uitdagingen. Dat zegt Peter Barlow, immunoloog aan de Edinburgh Napier University in Schotland, die onderzoek verricht naar therapieën die rhinovirussen – de veroorzakers van de verkoudheid – kunnen bestrijden.

“Ernstige aandoeningen zoals polio of pokken konden door de geneeskunde grotendeels worden overwonnen,” betoogt Angus Chen, redacteur geneeskunde bij het magazine Scientific American. “Zelfs tegen de griep, die nochtans elk jaar van uitzicht kan veranderen, werd een vaccin op de markt gebracht. Voor de doodgewone verkoudheid blijkt dat echter veel moeilijker te liggen.”

“Dat ligt echter alvast niet aan een gebrek aan belangstelling. Sinds in de jaren vijftig van de voorbije eeuw rhinovirussen geïdentificeerd werden als de grootste veroorzaker van verkoudheden, is er massaal naar een behandeling gezocht.”

Stammen

“De onderzoekers botsten echter al snel op een probleem dat ook vandaag nog steeds een belangrijke hindernis blijft,” zegt Peter Barlow. “Het grootste probleem is het uitgebreide reeks stammen. Er zijn al minstens honderdzestig verschillende serotypes van het rhinovirus geïdentificeerd.”

“Er moet niet naar één oplossing voor een probleem worden gezocht, maar wel moet een soort loper worden gevonden om in één keer honderden verschillende deuren te kunnen openen. Het is echter bijzonder moeilijk een vaccin of geneesmiddel te ontwikkelen dat in staat is om alle mogelijke types van verkoudheden aan te pakken.”

“De ontdekking van de verschillende soorten stammen in de jaren negentig van de voorbije eeuw betekende een zware slag voor de ontwikkeling van een vaccin,” zegt ook Martin Moore, viroloog bij het bedrijf Meissa Vaccines, dat werkt aan de creatie van een inenting tegen rhinovirussen.

“Men wordt geconfronteerd met een groot aantal serotypes dat constant circuleert. Dat heeft vele partijen doen beslissen met de speurtocht naar een vaccin te stoppen. De ontwikkeling van honderden vaccins voor één gezondheidsprobleem zou praktisch bijzonder moeilijk worden en zou ook bijzonder duur worden.”

Cocktail

Volgens Moore werken sommige wetenschappers echter aan trajecten die het probleem kunnen ontwijken. “Onder meer aan het Imperial College London wordt gezocht naar een mogelijke virale structuur die bij alle serotypes aanwezig zou kunnen zijn,” zegt hij. “Indien tegen die gemeenschappelijke structuur een behandeling kan worden gevonden, zou elk type rhinovirus met eenzelfde geneesmiddel kunnen worden bestreden.”

Meissa Vaccines werkt anderzijds aan een cocktail, naar het voorbeeld van behandelingen tegen polio en griep, met componenten van verschillende serotypes. Deze toepassing is volgens Moore weliswaar minder spectaculair, maar heeft in het verleden zijn efficiëntie bewezen.

De cocktail van Meissa Vaccines zou uit minstens tachtig serotypes bestaan. Daarbij wordt gekozen voor de varianten die het meest frequent worden aangetroffen en ook de grootste besmettelijkheid hebben. Het vaccin zou ook geleidelijk verder worden uitgebreid.

Moore voegt eraan toe dat het rhinovirus wellicht niet in nieuwe vormen zal muteren. Wanneer het vaccin compleet is, zullen dan ook niet veel updates meer moeten worden doorgevoerd. Op dit ogenblik heeft Meissa Vaccines al een inenting met vijftig serotypes, maar Moore waarschuwt dat de resterende dertig stammen niet gemakkelijk zullen kunnen worden gevonden. Elke toevoeging maakt de formule ook complexer en duurder.

Peptiden

Andere onderzoekers werken aan een middel voor de behandeling na een infectie. Daarbij wordt volgens Barlow vooral gekeken naar mogelijkheden die door het menselijk immuunstelsel kunnen worden geboden. Hij verwijst daarbij naar peptiden, die de potentie zouden hebben om het virus aan te vallen of een vermenigvuldiging te beletten.

Er zijn op dit ogenblik echter nog enkele technische problemen om deze peptiden in een efficiënt geneesmiddel te kunnen inzetten. Maar Barlow zegt dat een aantal bijkomende problemen niet bij de karakteristieken van het rhinovirus, maar wel bij een aantal sociale omstandigheden moet worden gezocht.

“Een eventueel geneesmiddel zal wellicht niet ter beschikking worden gesteld van gezonde mensen die op drie tot vier dagen van hun verkoudheid zijn genezen,” benadrukte Barlow. “In hun geval is een geneesmiddel wellicht zelfs niet zinvol.”

“De meeste patiënten zouden wellicht immers al aan de beterhand zijn op het ogenblik dat ze een afspraak met hun arts hebben. Bovendien zou men dan ook nog eens tests moeten ondergaan om de verkoudheid te onderscheiden van andere aandoeningen, zoals besmettingen door coronavirussen of adenovirussen, die tot gelijkaardige symptomen aanleiding geven.

“Toch is het de moeite waard een geneesmiddel te zoeken,” zegt Barlow. “Een verkoudheid is voor de meeste mensen niet meer dan een licht lichamelijk ongemak dat enkele dagen duurt. Bij patiënten met zwaardere ademhalingsproblemen zou de verkoudheid echter tot belangrijke complicaties kunnen leiden. In die gevallen kan een middel tegen verkoudheid zelfs levensreddend zijn.”

Meer