Waarom Japanse stranden verlaten zijn… ondanks het stralende nazomerweer

Ondanks het goede weer liggen de Japanse stranden er sinds 1 september verlaten bij. Een vreemd fenomeen voor wie de Japanse cultuur niet kent. Na 31 augustus nog op het strand komen is volgens de meeste Japanners ongepast. En niet enkel omdat ze bang zijn voor stekende kwallen.

Ook in Japan was het een ongemeen koude zomer. In september klommen de temperaturen echter terug tot gemiddeld een aangename 25°C. Maar voor Japanners was het dan al te laat om nog van de zee te profiteren. Vanaf september beschouwen ze het strand immers als gesloten, enkel honden met hun baasjes en buitenlanders melden zich dan nog langs de kustlijn.

Wet is wet

Voor een Europeaan misschien onbegrijpelijk maar voor de Japanners zelf de normaalste zaak ter wereld. Gevraagd naar de reden waarom ze niet meer op het strand komen is het antwoord vaak dat ze zich aan de wet willen houden. Van zodra er geen strandwachten meer zijn beschouwen ze de zee als verboden terrein. “Op 1 september stoppen de lokale autoriteiten met de inzet van strandwachten en geen enkele Japanner zal het in z’n hoofd halen om daartegen te protesteren.” 

Al op school leren kinderen hoe belangrijk het is de geschreven en ongeschreven regels te volgen. Daar leren ze dat het al tijden de gewoonte is dat op 31 augustus om middernacht de zomer plaats moet ruimen voor de herfst. En in de herfst doe je aan herfstactiviteiten, in de zee zwemmen hoort daar niet bij.

Tradities en Kata

Dit leven op het ritme van de seizoenen is een wezenlijk onderdeel van de Japanse cultuur. Het hoort bij de sociale cohesie en het strikt navolgen van de regels, elementen die maken dat Japanners een groot samenhorigheidsgevoel hebben. Het maakt ook dat Japan in veel opzichten een heel aangename plek is om te leven. Eén voorbeeld? Op de stranden staan geen vuilnisbakken, iedereen neemt z’n eigen vuilnis mee naar huis.

Om dat conformisme in de praktijk te laten werken rekenen Japanners op een sterke sociale controle enerzijds en anderzijds een goede culturele opvoeding. Die opvoeding gaat dikwijls via de traditionele kunsten zoals karate of de theeceremonie. Dit wordt soms ook aangeduid als de ‘kata-factor’. Via ‘kata’, Japans voor ‘schema’, leren kinderen welk gedrag het juiste is in allerlei situaties. En daar hoort dus ook niet naar het strand gaan na 1 september bij. Of een korte broek aantrekken voor 1 april.

Ook bijgeloof wordt soms gebruikt om het respect voor de tradities te doen eerbiedigen. Zo zeggen veel Japanners schrik te hebben dat ze zullen gestoken worden door kwallen als ze na 1 september nog de zee ingaan. Het gevolg van een verhaal dat aan kinderen wordt verteld: na het Obon-feest voor de voorouders kunnen de geesten van die voorouders de kwallen laten jagen op zij die toch nog in het water durven gaan. En bijgeloof of niet, kwallen zijn wel degelijk een risico als je in Japan gaat zwemmen.

Meer