Waarom lijkt de tijd sneller te gaan naarmate we ouder worden?

De mens ervaart met het ouder worden een steeds verder versnellend tijdsverloop. Dat is te wijten aan het feit dat een vergelijking wordt gemaakt met de levensloop die men al achter de rug heeft. Dat zegt Christian Yates, docent mathematische biologie aan de University of Baht.

“Voor jongeren lijkt de zomervakantie eeuwig te duren, maar naarmate men ouder wordt beginnen de weken, maanden en seizoenen steeds sneller voorbij te glijden,” benadrukt Christian Yates. “Er werden voor die ervaring al verschillende theorieën gesuggereerd. Onder meer werd gewezen op het ritme van biologische signalen zoals hartslag en ademhaling, die vertragen naarmate men ouder wordt. Omdat jongeren daarbij tijdens een bepaalde periode een groter aantal signalen registreren, lijkt ook meer tijd te zijn gepasseerd.” “Andere theorieën stellen dat het jonge brein veel meer tijd nodig heeft om massale hoeveelheden nieuwe informatie te verwerken, waardoor een vertragend effect zou ontstaan.”

Richter

“Die theorieën kunnen echter niet alle aspecten van het fenomeen vatten,” zegt Yates. “Een sluitende verklaring kan echter worden gevonden in logaritmische gradaties, die vergeleken kunnen worden met de schaal van Richter voor aardbevingen.” “Richter hanteert geen indelingen met een gelijke waarde. Elke volgende graad vertegenwoordigt een vertienvoudiging van de gemeten beweging. Datzelfde systeem is ook op het tijdsbesef toepasbaar.” “Bij een tienjarige vertegenwoordigt één jaar 10 procent van de ervaren levensloop, maar bij een twintigjarige is dat al teruggevallen tot 5 procent,” benadrukt Yates. “Indien een twintigjarige dezelfde proportionele evolutie wil ervaren, moet hij tot zijn dertigste verjaardag wachten.” “Vanuit die visie is het niet verwonderlijk dat de tijd steeds sneller lijkt te gaan naarmate men ouder wordt. Mensen delen hun leven vaak volgens decennia in, maar volgens de logaritmische gradatie is er sprake van een periode van vijf tot tien jaar, tien tot twintig jaar, twintig tot veertig jaar en veertig tot tachtig jaar.” (mah)