Waarom vliegtuigkapingen een zeldzaamheid zijn geworden

Recent vreesde de wereld opnieuw voor een tragedie toen een vliegtuig van EgyptAir op een vlucht tussen Alexandria en Caïro werd gekaapt en afgeleid naar Cyprus.

Uiteindelijk liep het drama zonder bloedvergieten af en bleek dader Seif Eldrin Mustafa een verwarde man die door liefdeproblemen werd verteerd. Het is volgens het magazine The Economist vooral opmerkelijk dat er nog een kaping werd gemeld. Ooit moest frequent met dergelijke acties rekening worden gehouden, maar na de aanslagen op het World Trade Center in New York vijftien jaar geleden zijn de veiligheidsnormen volgens The Economist zo verscherpt dat een kaping bijzonder moeilijk is geworden.

Duizend feiten

De eerste vliegtuigkaping gebeurde in het begin van de jaren dertig in Peru. Sindsdien zijn er over de hele wereld 1.067 gelijkaardige feiten geregistreerd, met een hoogtepunt op het einde van de jaren zestig. In 1969 werden wereldwijd 86 kapingen geteld, meestal met criminele of politieke beweegredenen. In de jaren zeventig introduceerde de vliegtuigsector echter striktere veiligheidsnormen, zoals het gebruik van metaaldetectoren. In 1999 werden nog dertien kapingen geregistreerd. “De terroristische aanslagen van Al Qaeda in de Verenigde Staten bewezen dat kapers nog altijd een gevaar vormen, maar door de doorgedreven veiligheidsnormen zijn dergelijke acties bijzonder moeilijk geworden,” aldus The Economist. “Op die manier is de luchtvaart veiliger geworden, al dienden ook een aantal tragische neveneffecten te worden genoteerd.” “Vorig jaar kon een gestoorde co-piloot van Germanwings zijn vliegtuig in de Alpen immers laten neerstorten omdat de deuren van de cockpit niet meer van buitenaf kunnen worden geopend.” (mah)