Wanneer wordt China de grootste economie ter wereld?

China kan volgens een aantal criteria dan wel de Verenigde Staten als grootste economie van de wereld hebben vervangen, maar daarvan is in het dagelijkse leven vaak weinig van terug te vinden.

Dat zegt Frédéric Schaeffer, correspondent van de Franse krant Les Echos in Peking. China moet volgens hem dan ook nog een lange weg afleggen vooraleer het land zich als een echte economische grootmacht kan beschouwen. “In sommige wijken van Peking kunnen weliswaar met een grote frequentie dure sportwagens worden opgemerkt,” erkent Schaeffer. “Ook verschijnen steeds meer luxeboetieks in het straatbeeld. Geen enkele stad in de wereld telt meer miljardairs dan Peking. Wanneer echter gekeken wordt naar het inkomen per hoofd van de bevolking, wordt een heel ander beeld gecreëerd.” “Volgens die berekening zakt China echter terug tot een 81ste plaats, tussen de Dominicaanse Republiek en de Malediven. Bovendien is China één van de meest ongelijke landen ter wereld en de regionale verschillen zijn er extreem groot.” “In de provincie Gansu, één van de armste regio’s van China, is het gemiddelde inkomen per hoofd van de bevolking vergelijkbaar met Namibië,” betoogt Schaeffer. “Zelfs in Peking heersen schrijnende contrasten. Op enkele tientallen meters van het rijke zakenkwartier van de stad kan nog een krottendorp met migranten uit het platteland worden opgemerkt.”

Uitdagingen

De correspondent erkent dat het land weliswaar nog altijd een opmerkelijke economische groei van 6,7 procent kent. Dat laat echter tevens een vertraging blijken tegenover de jaren voordien. “Het land wordt ook met een aantal nieuwe problemen – zoals de vergrijzing van de bevolking – die ook met het einde van het eenkindbeleid niet kunnen worden opgelost,” zegt hij. “Over vijfentwintig tot dertig jaar zal China met een even zware vergrijzing worden geconfronteerd als Japan. Het gevaar is reëel dat China sneller oud dan rijk zal zijn.” “Bovendien blijkt ook de productiviteit van de Chinese economie drastisch terug te vallen. De Chinese arbeidsmarkt heeft steeds meer nood aan hogeropgeleide specialisten dan aan ongeschoolde werkkrachten. Dat heeft echter ook een impact op de Chinese loonlast.” “Voor hogere functies moeten in Shanghai, Peking of Shenzhen inmiddels dezelfde lonen betaald worden als in Parijs. Economen betogen dan ook dat het land dringend zijn productiviteit moet opvoeren.” Maar ook de investeringen die noodzakelijk zijn om de ecologische voetafdruk van het land te verkleinen, dreigen volgens Schaeffer zwaar op de economie van het land te zullen wegen. “Een groot gedeelte van zijn groei is bovendien gebaseerd op schulden,” waarschuwt hij. De correspondent verwijst dan ook naar Yang Guangbin, econoom aan de Chinese Volksuniversiteit. Yang betoogt dat China zich als een ontwikkeld land mag beschouwen wanneer de verstedelijking een niveau van 70 procent heeft bereikt. Bovendien kan die status volgens hem pas worden opgeëist wanneer alle burgers op dezelfde behandeling kunnen rekenen. Die situatie kan volgens Yang mogelijk net voor het midden van deze eeuw worden bereikt. (mah)