Weerspiegelt het nieuws dat de media ons serveren de wereld waarin we leven?

In 2014 publiceerden Marc Trussler & Stuart Soroka van de Mc Gill universiteit in Montréal hun conclusies omtrent een studie waarin werd gepeild naar de verwachtingen van consumenten inzake het nieuws dat ze lezen. “Ongeacht wat de deelnemers zeggen, vertonen ze een duidelijke voorkeur voor negatief nieuws,” besloot het duo. “We komen tot de vaststelling dat individuen makkelijker negatief nieuws kiezen […], ook wanneer andere opties aanwezig zijn. Zelfs wanneer ze eerst hebben gezegd dat ze de voorkeur geven aan minder negatieve nieuwsberichten.”

Echt verwonderen hoeft deze conclusie niet. Al in 1909 schreef de Evening Post daarover het volgende:

“Niemand, die op basis van de voorpagina’s van onze vele kranten tracht zich een beeld te schetsen van de huidige stand van zaken in New York, mag kwalijk worden genomen dat hij tot de conclusie komt dat de maatschappij zich op de rand van een miserabele anarchie bevindt.”

Berichtgeving over terrorisme: + factor 3.906

Een goed voorbeeld van deze stand van zaken is de berichtgeving over terrorisme. Volgens een studie van Max Roser wordt terrorisme door de media overbelicht met een factor van bijna 4.000. 

In een artikel in het magazine Foreign Affairs (‘The Real Terrorist Threat in America‘) verwoordden Peter Bergen & David Sterman het vorig jaar nog als volgt:

”Het grootste probleem met terrorisme in de VS vandaag is dat van individuen die geradicaliseerd zijn door een veelvoud aan ideologieën die ze op internet hebben gevonden.”

Maar niet enkel terreur wordt door de media overbelicht. Hetzelfde geldt – in mindere mate – voor moorden (factor 31) en zelfmoorden (factor 7).

Roser staat bekend om zijn kritiek op de negatieve berichtgeving die de media domineert. En dat op een moment in de geschiedenis waarin de wereld er nooit beter voor stond. In een nieuwe studie ging hij op zoek naar de manier waarop media over de dood en doodsoorzaken berichten. Roser en zijn team vergeleken de officiële Amerikaanse statistieken omtrent doodsoorzaken met berichtgeving in de New York Times, The Guardian en de zoektermen in verband met de dood die door mensen in Google Search worden ingegeven en geraadpleegd kunnen worden via Google Trends. Dit zijn de conclusies:

Zelfmoord, moord en terrorisme… ons dagelijks brood

  • Ongeveer 33% van de overlijdens wordt veroorzaakt door hartziektes. In zowel Google Search als de media krijgen hartziektes 2 tot 3% van de ruimte in de berichtgeving.
  • Iets minder dan een derde van alle overlijdens zijn een gevolg van kanker. Kanker is een zeer populaire zoekterm op Google (37%), maar krijgt in de media amper 13 tot 14% van alle ruimte.
  • We zoeken op Google Search vaker naar wegongevallen dan ze overlijdens veroorzaken, maar ze krijgen erg weinig aandacht in de media.
  • Over het aantal hartaanvallen wordt zowel in Google Search als in de media verrassend evenwichtig gerapporteerd.
  • De grootste verschillen liggen in gewelddadige doodsoorzaken: zelfmoord, moord en terrorisme. Die krijgen in Google Search én de media veel meer aandacht dan hun aandeel in het totale aantal overlijdens. De media besteden gemiddeld tweederde van hun berichtgeving aan gewelddadige overlijdens. Maar die vormen niet eens 3% van alle overlijdens in de VS.

Wat we in Google zoeken ligt dichterbij de werkelijkheid dan wat de media ons serveren

Onderstaande grafiek (een grotere versie staat hier) leert ons alvast dat de zoektermen die Amerikanen in Google Search inbrengen, veel nauwer aansluiten bij de werkelijkheid dan wat de media ons serveren. Roser veronderstelt dat de media makkelijker content produceren waarvan ze denken dat hun lezers er interesse voor hebben. Maar dat wordt dus niet weerspiegeld door onze eigen voorkeuren wanneer we zelf informatie verzamelen.

[In de linkerkolom de reële doodsoorzaken. In de tweede kolom van links onze zoekopdrachten in Google Search. De twee rechterkolommen geven de berichtgeving in de New York Times en The Guardian weer.]

Meer