Investeerders die ervan dromen een kasteel te bezitten, kunnen best nog altijd rondkijken in Frankrijk. Binnen een straal van tweeënhalf uur rijden rond Parijs vindt men er nog steeds kastelen met vier torens voor een prijs van 1 miljoen euro. Een riant landhuis in de omgeving van Berlijn kan echter een interessant alternatief zijn.
Dat zegt Christoph von Schenck, kastelenexpert bij de vastgoedgroep Engel & Völkers, tegenover het persbureau Bloomberg. Hij geeft echter wel toe dat het onderhoud van een dergelijk historisch complex vaak de middelen van de bewoner dreigt te overstijgen, al kan in sommige gevallen wel gerekend worden op overheidssubsidies. “Er kan meestal een verband worden gelegd tussen de economie en de vraag naar kastelen en landhuizen,” betoogt von Schenck. “De koper is meestal een vijftiger die een succesvolle zakelijke carrière achter de rug heeft en die duidelijk wil tonen welk fortuin hij met het ondernemerschap heeft vergaard. Soms koopt hij een auto of een boot, maar vaak kiest hij ook voor een landhuis.” Op dit ogenblik kan er volgens von Schenck vooral in Duitsland een grote vraag naar dergelijke eigendommen worden opgemerkt. De vraag zou er groter zijn dan het aanbod, waardoor de prijzen zijn gestegen. In Frankrijk daarentegen, waar buitenlandse investeerders weinig werden aangemoedigd, maakt de markt volgens von Schenck een dalperiode door.
Tuinman
Ook Polen is volgens de kastelenexpert voor vele kopers een vergissing gebleken. “Na de val van het IJzeren Gordijn kon een stormloop naar Poolse kastelen worden opgemerkt,” benadrukt von Schenck. “Men dacht immers dat die investeringen op termijn bijzonder rendabel zouden blijken te zijn.” “Die droom is echter niet uitgekomen, met het gevolg dat vele panden nu voor de helft van de aankoopprijs opnieuw op de markt worden aangeboden.” Vaak gaat de eigenaar echter ook over tot een verkoop omdat zijn kinderen geen interesse hebben in een leven op het kasteel. Andere families worden – soms na verscheidene honderden jaren – uit financiële noodzaak verplicht tot een verkoop over te gaan. “Men moet heel wat financiële reserves hebben om een kasteel te kunnen onderhouden,” verduidelijkt von Schenck. “Voor een middelgroot eigendom van ongeveer 1.000 vierkante meter moet al snel rekening gehouden met een onderhoudskost van 100.000 euro per jaar. Wie een tuinier inschakelt, mag nog een grotere factuur verwachten.” Wel hebben de meeste Europese landen een subsidie-regeling voorzien voor de ondersteuning van monumenten zoals kastelen. Onder meer in Duitsland kunnen de uitgaven voor de restauratie van een historisch pand van de inkomstenbelasting worden afgetrokken. In een aantal gevallen kan de fiscale bijdrage op die manier tot nul worden herleid. (mah)