Zwitsers tonen sterke animositeit tegen het verdrag met de EU

Het is onwaarschijnlijk dat Zwitserland en de Europese Unie nog dit jaar een nieuwe overeenkomst voor een verder partnership zullen kunnen sluiten. Dat heeft Guy Parmelin, Zwitsers minister van economie, gezegd. De Europese Unie en Zwitserland hebben een intensieve samenwerking, maar dat partnership staat onder toenemende druk. Onder meer wrijvingen over de grensoverschrijdende handel in aandelen heeft de relatie tussen beide partijen verstoord. Parmelin, lid van de rechtse en eurosceptische Schweizerische Volkspartei (SVP), zegt op sommige vlakken een intensievere samenwerking met Groot-Brittannië niet onmogelijk te achten.

Jean-Claude Juncker, voorzitter van de Europese Commissie, heeft er bij Zwitserland op aangedrongen het akkoord af te ronden voordat zijn termijn eind oktober afloopt. Ook de Zwitserse regering heeft gezegd tegen die deadline een overeenkomst te willen bereiken, maar benadrukt dat hiervoor nog altijd een aantal voorwaarden moeten worden voldaan.

Agenda

Minister Parmelin zegt echter pessimistisch gestemd te zijn. Hij wijst erop dat de vertegenwoordigers van de Zwitserse werknemers, werkgevers en kantons geen gemeenschappelijke visie naar voor hebben kunnen brengen die Zwitserland in de onderhandelingen met de Europese Unie zou hebben kunnen gebruiken.

“We willen een goede oplossing die bij een meerderheid steun vindt,” zei Parmelin tegenover de Zwitserse krant SonntagsZeitung. “Dat is momenteel niet het geval. Ik denk ook niet dat we de gesprekken dit jaar zullen kunnen afronden. Beide partijen kunnen hun agenda’s op zijn vroegst pas volgend jaar op elkaar afstemmen.”

Hij verwees daarbij naar de drukke kalender. Eerst zijn er de nieuwe Zwitserse verkiezingen. Bovendien moet Ursula von der Leyen, de opvolgster van Jean-Claude Juncker, het team van de nieuwe Europese Commissie samenstellen. Daarna is er volgend jaar ook nog een Zwitsers referendum rond de mogelijke afschaffing van het vrije verkeer van onderdanen van de Europese Unie.

Om het onderlinge bevoorrechte partnership in stand te houden, vraagt de Europese Commissie dat Zwitserland de interne marktregels van de Europese Unie zou aannemen. Dat ligt in Zwitserland echter bijzonder gevoelig. Uiteindelijk had die onenigheid al gevolgen voor de grensoverschrijdende beursactiviteiten. Beide partijen hebben sinds het begin van de zomer hun aandelenbeurzen voor elkaar afgesloten.

“In Zwitserland is er momenteel algemeen een sterke animositeit tegen het verdrag met de Europese Unie,” aldus de nieuwssite Euractiv. “Dat geldt immers niet alleen voor de ultra-rechtse politieke strekking, die tegenover de Europese Unie grote bedenkingen heeft. Ook centrum-linkse politici, die normaal positief tegenover de Europese Unie staan, hebben hun ongenoegen getoond. Beiden vinden dat de overeenkomst een inbreuk zou maken op de Zwitserse soevereiniteit.”

Efta

De Europese Unie is de grootste handelspartner van Zwitserland. Indien men geen overeenkomst kan vinden, krijgt Zwitserland niet langer toegang tot de interne Europese markt. Die is nochtans cruciaal voor de Zwitserse export. De twee partijen hebben weliswaar honderdtwintig bilaterale economische overeenkomsten die in voege zouden blijven. Na verloop van tijd zouden die echter dreigen te vervallen.

Ook de samenwerking rond wetenschappelijk onderzoek zou daarbij kunnen wegvallen. “Ik ben ervan overtuigd dat de Europese Unie zichzelf zou verzwakken wanneer de samenwerking op het gebied van onderzoek met Zwitserland tot een einde zou komen,” aldus Parmelin.

“In dat geval zal Zwitserland gedwongen zijn om alternatieven te zoeken,” benadrukte de minister nog. “Wanneer de Europese Unie zijn dogmatische standpunten handhaaft, zou mogelijk aan een hechtere samenwerking met Groot-Brittannië kunnen worden gedacht.”

Eerdere berichten hadden gemeld dat de minister Groot-Brittannië wou aansporen om na een brexit lid te worden van de European Free Trade Association (Efta). Dat samenwerkingsverband omvat momenteel Zwitserland, IJsland, Liechtenstein en Noorwegen.

Parmelin wees er echter op dat deze mogelijkheden niet door het Zwitserse kabinet zijn besproken. Hij gaf toe dat sommige Zwitserse politici hierin mogelijkheden zagen, maar hij benadrukte niet op de hoogte te zijn dat Groot-Brittannië aan een dergelijke samenwerking zou denken.

“Indien de Britten ambities in die richting zouden hebben, kan daarover worden gepraat,” betoogde de minister. “Dat zou echter een riskante operatie kunnen blijken te zijn. Gezien zijn omvang zou Groot-Brittannië immers de rest van de Efta gemakkelijk domineren.”

Meer